Martha Muller, geboren 30 April 1890 in Amsterdam,was het 4e kind van Abraham Jakob Muller en Rebecca Zippora Coltof. Zij trouwde op 8 Augustus 1917 met Hartog Jozef de Lange uit Elburg, een zoon van Machiel Aäron de Lange en Helena Cracau. Het echtpaar kreeg drie kinderen, t.w. Helena Manuella in 1919, Rebecca Zippora in 1920 en Manuel in 1925. Alleen Helena Manuella heeft de Holocaust overleefd, alle andere leden van het gezin zijn in de Sjoa vermoord.
Martha was het 4e kind van haar ouders. Zij had nog vijf broers en zussen, waarvan Elisabeth de oorlog heeft overleefd; Louis vertrok naar Amerika waar hij in New York voor militaire dienst geregistreerd werd op 5 Juni 1917, gehuwd was en een kind had; haar broer George is in Theresienstadt om het leven gekomen; Salomon Israël en Frederika Henriette zijn in Sobibor vermoord.
Martha’s echtgenoot was “gesperrt wegens functie”; daarom was ook zij tot nader order vrijgesteld van deportatie. Haar man, Hartog Jozef de Lange, werkte vanaf 1910 al als administrateur en chef de bureau bij de N.I.H.S. (Nederlands Israëlitische Hoofd Synagoge) op de Houtmarkt 10 (thans Jonas Daniël Meijerplein) in Amsterdam. Maar op 26 Mei 1943 werd zij met haar man afgevoerd naar Westerbork, waar zij moesten verblijven in barak 57. Op 1 Juni werden beiden op transport gesteld naar Sobibor, waar zij bij aankomst aldaar op 4 Juni 1943 onmiddellijk werden vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Hartog Jozef de Lange en Martha Muller; gezinskaart Abraham Jakob de Lange; website family search voor Louis Muller, draft registration 5-6-1917; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Hartog Jozef de Lange en Martha de Lange-Muller en aanvullingen van Mevr. M. Drenkelford uit Heerhugowaard.