Machiel Luks was een zoon van Wolf Luks en Betje Trijtel. Hij trouwde op 29 December 1907 in Amsterdam met Klara Schellevis, een dochter van Hartog Salomon Schellevis en Judic Engelsman. Het echtpaar kreeg zes kinderen, t.w. Betje in 1898, Judic in 1899, Rebecca in 1902, Kaatje in 1904, Willem in 1905 en Mietje in 1906. Hun dochter Kaatje is echter al na enkele weken, op 29 Mei 1904 overleden.
Na hun huwelijk woonden Machiel met zijn vrouw Klara in de Valkenburgerstraat 108 3-hoog-achter maar in 1906 verhuisden zij naar nummer 105. Op 8 Januari 1927 verhuisde het gezin naar de Zwanenburgerstraat 26 I en per 8 April 1933 gingen zij naar een woning in de Weesperstraat 57 II in Amsterdam. Op 31 Maart 1941 verhuisden zij voor de laatste keer naar de Weesperstraat 54 III waar zij inwoonden bij het gezin van hun dochter Rebecca, die met Levie Waterman gehuwd was.
Al hun kinderen zijn getrouwd, behalve Kaatje die heel jong is overleden. Hun dochter Judic, die op 26 Juli 1923 met Machiel de Brave was getrouwd, overleed op 11 Februari 1929 in Amsterdam en werd begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen. Nadat Machiel in 1932 hertrouwd was met Dilia de Weert, overleed ook hij al op 15 October 1934 en is eveneens op de Joodse Begraafplaats in Diemen begraven. Alle andere kinderen zijn met hun families in de Sjoa vermoord.
Uit de aantekeningen op de Joodse Raad kaart van Machiel Luks blijkt nog het volgende: Op 18 Januari 1943 bleek Willem Luks, de enige zoon van Machiel Luks, een brief vanuit Birkenau aan zijn vrouw Sientje Luks-Barber geschreven te hebben. Het bizarre hiervan is dat Willem kennelijk niet geweten heeft dat zijn vrouw Sientje al reeds op 11 December 1942 in Auschwitz werd vermoord. Die brief is daardoor op 1 Februari 1943 bij het “Postkantoor Buitenland” van de Joodse Raad terecht gekomen en – zoals het lijkt gebeurd te zijn volgens de aantekeningen op de registratiekaart van Willem’s vader, is de brief op 8 Februari 1943 doorgestuurd aan Roza Polak-Barber, schoonzuster van Willem Luks en zuster van Willem's vrouw Sientje Barber, die woonde in de President Brandtlaan 18 III in Amsterdam. Vermoedelijk heeft Roza de brief nog ontvangen, nog net voordat zij zelf met haar man Emanuel Polak op 12 Februari 1943 op transport gesteld zou worden naar het concentratiekamp Vught. De inhoud van de brief is niet bekend.
Op 28 November 1942 worden Machiel Luks en zijn vrouw Klara Schellevis ingesloten in Westerbork waar zij geruime tijd moeten verblijven. Beiden worden op 9 Februari 1943 gedeporteerd naar Auschwitz waar zij bij aankomst op 12 Februari 1943 onmiddellijk worden vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart archiefkaart Machiel Luks, archiefkaarten van Klara Schellevis, Betje Turk-Luks, Machiel de Brave, Kaatje Luks, Rebecca Waterman-Luks, Willem Luks en Sientje Luks-Barber en Mietje Polak-Luks; Het Stenen Archief, graf Judik de Brave-Luks en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Machiel Luks, Klara Luks-Schellevis en Willem Luks.