Hartog Jacobs, een zoon van Levij Jacobs en Betje Vos, trouwde op 19 April 1906 in Amsterdam met Keetje Leidensdorff, een dochter van Meijer Leijdensdorff en zijn eerste vrouw Saartje Jacobs. Het echtpaar kreeg twee dochters, t.w. Sara in 1906 en Elisabeth in 1908 en woonde op het Thérèse Schwarzeplein 19 II in Amsterdam.
Hun dochter Elisabeth was op 17 April 1935 in Amsterdam gehuwd met Aaron (Ronnie) Ossendrijver, geboren 22 Juli 1907, huisarts en een zoon van Saul Ossendrijver en Clara Rodrigues Pereira. Het gezin Ossendrijver woonde op hetzelfde adres de familie Jacobs, echter op de 1e etage. Aron en Elisabeth hebben door onderduik de Holocaust overleefd en vestigden zich in 1945 in Utrecht in de Koekoekstraat 20 met de huisartsenpraktijk. Zij kregen twee dochters, Carla in 1936 en Elisabeth in 1940.
Hartog Jacobs werd op 25 September 1942 afgevoerd naar Westerbork, en op 28 September gedeporteerd naar Auschwitrz. Bij aankomst aldaar op 1 October werd hij onmiddellijk vermoord.
Keetje Leidensdorff en haar dochter Sara werden pas op 25 Februari 1943 in Westerbork ingesloten in barak 61. Zij werden op 2 Maart 1943 met het eerste transport van Westerbork naar Sobibor gedeporteerd met nog 1103 andere gedeporteerden. Bij aankomst aldaar zijn zij onmiddellijk vermoord.
Stadarchief Amsterdam, archiefkaart Hartog Jacobs en Saul Ossendrijver; Lijst van Jodentransporten vanuit Nederland; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Hartog Jacobs, Keetje Jacobs Leidensdorff, Saartje Jacobs, Elisabeth Jacobs en Aron Ossendryver (y ipv ij).