Verhaal

Engeltje Vet-Weinberg

Door: Robby

Engeltje was de tweede echtgenote van Wolf Vet (Zaandam, 6-6-1872). Hij was in 1904 in Baarn getrouwd met Rebecca Meijers (Baarn, 12-11-1871). Rebecca was de zuster van de slager op de Gedempte Gracht 18, Meijer Meijers (Baarn, 2-11-1872). Zij overleed in Zaandam op 11-8-1924. Een andere zus, Marianne, logeerde vaak bij Wolf en Rebecca. Wolfs beroep luidde enige tijd ‘bediende’, voordat hij ‘goudsmid’ en ‘firmant’ werd. Rebecca overleed eind 1924.

Op 17-9-1925 hertrouwde Wolf in Groningen. Zijn vrouw werd de twintig jaar jongere Engelina Weinberg uit Groningen. Ze was een zus van Arnolds echtgenote Betty Weinberg. Hun adres bleef bij de zaak op Westzijde 46, tot die eind 1931 sloot. Toen ging het echtpaar aan de Gedempte Gracht 90 wonen. Binnen twee jaar verhuisden ze naar de Vinkenstraat 5, aan de achterkant van de Gedempte Gracht. Er is een mooie buitenfoto bewaard van eind jaren 30 waarop Engeltje, in een feestelijke bolletjesjurk achter haar man Wolf staat. Hij zit in een rotanstoel, zij heeft de linkerhand op zijn schouder. Misschien was het zijn 65ste verjaardag. Wolf Vet overleed op 22 maart 1940, 67 jaar oud. Hij werd ter aarde besteld op de Joodse begraafplaats aan de Westzanerdijk.

Engeltje Vet-Weinberg heeft na haar verdrijving uit Zaandam lang overleefd in Amsterdam. Was zij ondergedoken of had zij een stempel dat haar van deportatie vrijwaarde? In januari 1944 verbleef ze in Westerbork, net als haar schoonzuster Susanna. De meeste Nederlandse Joden waren toen al gedeporteerd naar vernietigingskampen. Op 12 januari kwamen 120 personen aan, voornamelijk onderduikers uit Amsterdam en Arnhem. Engelina Vet ging op 25 januari op transport naar Auschwitz. “Bij vliegende storm en gutsende regen is een transport van duizend man naar Auschwitz vertrokken. Weer in beestenwagens. Het hoofdaandeel heeft de s[straf]-barak geleverd: vijfhonderd negentig man. De rest, de jonge mannen van de Alijah, oude mannen van het ziekenhuis, en eenendertig kleine, naamloze kinderen, die in het Weeshuis lagen. (…) Nog altijd weet men niet, wat er met de gedeporteerde Joden in Polen gebeurt”, aldus Philip Mechanicus. Engeltje Vet-Weinberg (51) werd op 28 januari 1944 onmiddellijk na aankomst door vergassing omgebracht.

Op dezelfde dag werd in Auschwitz haar schoonzuster Susanna Vet (63) vermoord. Haar nichtje Julie was op 4 juni 1943 vergast in Sobibor, haar zuster Betty met echtgenoot Nol Vet op 28 januari 1944 in Auschwitz.

Bron: Joods Monument Zaanstreek

Alle rechten voorbehouden