Betty Frank, geboren in Steenwijk, was een dochter van Joachim Samuel Frank en Dora Heijmans. Zij had twee broers, t.w. Roelof, die op 1 December 1942 als Officier van Gezondheid bij een Japanse torpedoaanval op zijn schip HMAS Armidale in de Timorzee om het leven kwam en Nathan Bertus, die de Sjoa heeft overleefd. Door onderduik overleefden ook haar ouders de Holocaust.
Het gezin Frank verhuisde in 1930 van Steenwijk naar Amsterdam, waar zij een woning kregen in de Wielingenstraat 38 hs. Haar broer Roelof trouwde in 1935 en verliet het ouderlijke huis en verhuisde naar Oss. De rest van het gezin bleef in de Wielingenstraat wonen, totdat zij in Januari 1943 gedwongen werden te verhuizen naar de Hofmeyerstraat 27 hs. Met behulp Betty’s schoonzuster Betty Maijer, de vrouw van Roelof Frank en het verzet, is het toen gelukt om de ouders van Betty Frank, Joachim Samuel Frank en Dora Heijmans, maar ook de ouders van Betty Maijer, Siegmund Maijer en Johanna Rosenbaum, in Brunsum te laten onderduiken en ook Betty Maijer zelf. Daardoor hebben zij de Holocaust kunnen overleven.
Betty Frank was ongehuwd en kantoorbediende van beroep. Nadat zij in Januari 1943 in de Hofmeyerstraat terecht gekomen was, moest zij op 5 Maart 1943 nogmaals verhuizen, nu naar de Nieuwe Kerkstraat 135, wat tevens haar laatst bekende adres in Amsterdam was. Enkele weken daarvoor, op 15 Februari 1943, was zij als leerlingverpleegster aangesteld in het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis aan de Nieuwe Keizersgracht 104-114.
Op 5 Mei 1943 werd zij, nadar er op het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis een razzia was uitgevoerd, vanuit Amsterdam afgevoerd naar Westerbork waar zij moest verblijven in barak 55. Op 18 Mei is zij op transport gesteld naar Sobibor waar zij bij aankomst op 21 Mei 1943 onmiddellijk werd vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Betty Frank; woningkaart Wielingenstraat 38 hs Amsterdam; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Betty Frank; website Joods Amsterdam over de Nieuwe Keizersgracht; website Geheugen van Oost betreffende de razzia op het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis en “Ondergang" deel 1 door J. Presser, blz 367 “de maanden der laatste razzia’s”.