Verhaal

Elly Desira Vleesblok

Door: Robby

Elly Desira Vleesblok werd op 14 maart 1908 geboren in Veendam. Zij was de dochter van Simon Vleesblok en Rosalie Philips. Twee jaar later werd een zoon geboren. Zijn naam was Alexander Martin Jean. Ook de vorige generaties van de familie Vleesblok, een echte slagersfamilie, woonden al eeuwenlang in Veendam en het naburige Wildervank. Vader en moeder Vleesblok, die met hun kinderen woonde aan de Boven Oosterdam 37 hechtten veel waarde aan de Joodse tradities. Rond 1930 waren er in Veendam wel 8 Joodse slagers die elk hun eigen specialiteit hadden en hun waren per fiets bij de klanten thuis brachten. Elly wilde onderwijzeres worden.

Na de lagere school bezocht zij de huishoudschool en vervolgens heeft ze de opleiding tot onderwijzeres, de Rijkskweekschool te Groningen, gevolgd, waar ze op 2 juli 1928 haar akte van bekwaamheid behaalde. Hierna werkte zij steeds voor enkele weken tot maanden aan scholen in de omgeving. Dat ze een goed onderwijzeres was blijkt wel uit de volgende opmerking over Elly: “Ze was dol op kinderen en de kinderen waren dol op haar!” In de periode 1937 tot 1940 werkte Elly op een school in Westernieland en was ze in de kost bij de familie Tof aldaar.

Elly hield van toneelspelen. Ze was vice-voorzitter van de toneelvereniging TOP (Tot Ons Plezier). In 1941 was één van de eerste stappen voor wat betreft de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog een aanmeldingsplicht. Op 8 maart 1941 vulde Elly Vleesblok het formulier in waaruit bleek dat ze Joods was. Omdat het voor Joodse onderwijzers verboden werd om aan niet-Joodse kinderen les te geven, raakte Elly haar baan kwijt. Eind 1941 werd Elly benoemd als onderwijzeres op een Joodse school in Den Haag. Daar ging ze wonen bij mevrouw Huisman in een bovenwoning aan de Grote Markt.

Ze kreeg daar een relatie met haar huisgenoot, meneer Meijler. Ze voerden lange gesprekken, vooral over de oorlogssituatie en luisterden regelmatig naar de Duitse radio. Verder schreef Elly veel brieven aan haar familie in Veendam. Vanwege de vele onheilspellende berichten vroeg Elly haar familie om onder te duiken. Haar ouders durfden dit niet. Haar broer dook wel onder. Ook meneer Meijler dook met hulp van verzetsman Jan Eppink onder in Aalten en Eppink kon ook voor Elly een onderduikadres regelen. Samen met Mathilde Leezer kwam ze terecht op een onderduikplek boven het spoorwegstation in Aalten.

Na verraad vond daar een inval plaats door de “Kolonne Henneicke” die Joden oppakten en daarvoor kopgeld kregen. De beide vrouwen werden op 20 juli 1943 overgebracht naar kamp Westerbork en kwamen terecht in de strafbarakken. De laatste trein naar Sobibór was die dag net vertrokken en meer dan een maand zou er geen transport vertrekken. Vanuit Westerbork heeft Elly nog een brief gestuurd naar de familie Top, waar ze voor de oorlog enige tijd bij in huis heeft gewoond, met het verzoek een pakketje te sturen met voedsel, een deken, kam, zeep en dergelijke. Mevrouw Top heeft daarop nog meerdere keren een pakketje gestuurd.

Bij de hervatting van de transporten op 24 augustus 1943 staan de namen van Elly en Mathilde direct op de transportlijst. Als strafgevallen vertrekken zij die dag naar Auschwitz. Mathilde Leezer wordt daar direct na aankomst vermoord. Uit verklaringen achteraf blijkt dat Elly met 44 andere vrouwen uit het transport door professor Clauberg werd geselecteerd om in Block 10 medische experimenten te ondergaan. Op 18 september 1943 was ze blijkens verklaringen nog in leven. In de periode na 18 september en uiterlijk 29 februari 1944 is Elly Vleesblok in Auschwitz vermoord.

Bron: WesterborkPortretten

Alle rechten voorbehouden