Biografie

Over Benjamin van Thijn en zijn vrouw Aaltje Bartels

Benjamin van Thijn, meestal Ben genoemd, was geboren in Amsterdam als zoon van Levie van Thijn en Elizabeth Mozes van Bergen uit Weesp. Op 2 December 1914  trouwde hij in Hilversum met Aaltje Bartels, die ook wel Aliza werd genoemd, een dochter van Joseph Bartels en Johanna Bierman. Het echtpaar kreeg drie kinderen, t.w. Levi in 1917, Joseph in 1919 en Maurits in 1922. De jongste zoon Maurits heeft de Sjoa overleefd.

Na hun huwelijk woonden Ben en Aliza in de Lepelkruisstraat  9 III in Amsterdam en daar werden hun drie kinderen geboren.  Op 13 October 1924 verhuisden zij naar de Halvemaansteeg 3 en op 24 Februari 1925 trok het gezin naar de Kerkstraat, ter hoogte van II. Op 12 Mei 1930 verhuisden zij opnieuw naar de Vrolikstraat 279 en op 5 April 1935 werden zij ingeschreven op het adres Afrikanerplein 16 I in Amsterdam.

Ben van Thijn begon zijn loopbaan als winkelbediende in de confectie. Later werd hij vertegenwoordiger echter ten tijde van de verplichte registratie van alle Joodse Nederlanders bij de Joodse Raad in 1941, werd hij weer als winkelbediende geregistreerd. 

Vanaf November 1942 werd na een korte “pauze” in October, de jacht op Joden weer met volle kracht voortgezet. De Joden moesten hun huizen uit, soms te voet, en werden meestal in auto’s naar de verzamelplaats gebracht.  Vanaf October 1941 werden zij naar de Joodsche Schouwburg  gebracht, waar zij moesten leven, velen slechts een enkel uur, sommigen dagen lang, één enkele weken, om vervolgens te worden afgevoerd naar Westerbork. Op 18 November 1942 en de voorafgaande nacht werden weer 200 personen opgehaald, die met de “bewoners van de Hollandsche Schouwburg” naar Westerbork verdwijnen, waaronder Benjamin van Thijn en zijn vrouw Aaltje Bartels.

Na 12 dagen, op 30 November 1942 worden Benjamin en Aaltje met nog vele anderen, waaronder alle 367 Joodse medewerkers van de de Amsterdamse confectiefabriek Hollandia Kattenburg, op transport gesteld naar Auschwitz.  Het transport, wat in totaal 826 gedeporteerden omvatte, stopte in Kozel, wat ongeveer  80 km westelijk van Auschwitz gelegen is. Daar werden 170 mannen tussen 15 en 50 jaar gedwongen de trein te verlaten, om als dwangarbeiders in de omliggende satellietkampen van Auschwitz tewerkgesteld te worden.  Benjamin was daar niet bij. Hij behoorde met zijn vrouw Aaltje tot diegenen die achterbleven in de trein en verder naar Auschwitz werden vervoerd en bij aankomst aldaar op 3 December 1942, onmiddellijk zijn vermoord.

Bronnen o.a: Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart en archiefkaart van Benjamin van Thijn, archiefkaart van Aaltje Bartels; het boek Ondergang deel 1 van Dr. J. Presser, o.a. blz 285 en 310; Lijst met Jodentransporten vanuit Nederland; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Benjamin van Thijn en Aaltje van Thijn-Bartels.

Alle rechten voorbehouden