Verhaal

Anna Löwenstein-Löb-Stern

Anna Löb-Stern werd geboren op 26 november 1867 in Mannheim, Baden, Duitsland. De ouders van Anna bezaten in Mannheim de Edelbranntweinbrennerei Hermann Löb-Stern & Co. (thans Stern und Comp.). De branderij was de oudste in de regio en bestaat sinds 1818.

Vader Hermann Löb (Loeb) werd geboren op 31-1-1839 in Mannheim Baden-Wurttemberg, Duitsland. Hij trouwde met Pauline (achternaam niet bekend) uit Geseke, Noordrijn-Westfalen, Duitsland. Zij kregen 4 dochters. Drie namen zijn bekend: Anna, geboren op 26 november 1867, Maria Regina, geboren op 17 januari 1875 en Ida, geboren op 21 november 1876. Alle kinderen zijn in Mannheim geboren.

Anna’s zus Maria Regina Löb-Stern overleed op 68-jarige leeftijd op 26 maart 1943 in Sobibòr. Zij overleed op dezelfde dag en locatie als haar zuster Anna. Maria Regina was getrouwd met de Nederlander Isaac David Prins. Zij woonden in april 1942 aan de Van der Veerelaan 5 in Nieuwer-Amstel/Amstelveen.

Anna’s andere zuster was Ida Prins-Löb-Stern. Zij overleed op 23 juli 1943 in Sobibòr op 66-jarige leeftijd. Ida trouwde met Liepman Prins (broer van Isaac David Prins). Zij woonden in februari 1941 aan de Jan van Eyckstraat 22 ¹ in Amsterdam.

Anna Löb Stern trouwde met Moritz Löwenstein. Moritz wilde Duitsland niet verlaten. Hij voelde zich in de eerste plaats Duitser. Tijdens de Kristallnacht werden Moritz en Anna in hun huis overvallen. Zij moesten met het gezicht omlaag op bed gaan liggen, terwijl kasten werden leeggehaald en van alles werd kapotgemaakt. Dat gaf een omslag in het denken. Dochter Gertrud Weyl-Löwenstein liet haar ouders begin 1939 overkomen naar Nederland.

Moritz en Anna hebben daarna samen met de familie Weyl aan de Heemsteedsche Dreef 166 in Heemstede gewoond en later, vanaf september 1940, in de Sparrenlaan 1 in Hilversum.

Moritz is in de Sparrenlaan op 81-jarige leeftijd op 30-9-1941, na een slopende ziekte, overleden. Op de dag van zijn begrafenis verschenen een paar officieren van de Wehrmacht aan de voordeur. Zij wilden beslag leggen op de woning om hier kantoor te gaan houden. Toen zij zagen dat een begrafenis gaande was, lieten ze de bewoners met rust en vertrokken weer. Enige dagen later kwamen ze terug. Ongeveer een week na de dood van Moritz moest de familie Weyl c.s. het huis in Hilversum alsnog verlaten.

Anna verhuisde naar haar zuster Ida en haar man Liepman Prins in de Jan van Eyckstraat 22 ¹ in Amsterdam. Anna heeft korte tijd ingewoond en hier een poging tot zelfmoord ondernomen.Nadat zij was gevonden, hebben de kleindochters Lisel en Gerda Weyl haar verschoond.

Aansluitend werd Anna tijdelijk opgenomen in de psychiatrische inrichting in Santpoort. Na haar ontslag uit dit instituut werd zij opgenomen in het verzorgingstehuis De Joodsche Invalide, de joodse zorginstelling aan het Weesperplein in Amsterdam.

Op 1 maart 1943 was het de beurt aan De Joodsche Invalide om leeggehaald te worden door de Duitsers. De aanwezige verpleegkundigen en patiënten werden op deze dag afgevoerd naar het Durchgangslager Westerbork. 

Vanuit Durchgangslager Westerbork werd Anna op dinsdag 23 maart 1943 in een trein met 1.249 andere joodse slachtoffers (waaronder haar zuster Maria Regina) gedeporteerd naar Sobibòr. Dit was het 4de  deportatietransport vanuit Westerbork naar Sobibòr. Na de aankomst in dit vernietigingskamp op vrijdag 26 maart 1943 werd Anna op 75-jarige leeftijd onmiddellijk door vergassing om het leven gebracht.

Van dit deportatietransport overleefde niemand de oorlog.