Jeannette Morpurgo, geboren op 10 November 1907 en haar zuster Rosa Morpurgo, geboren op 10 Juli 1913, waren ongehuwd en woonden thuis bij hun ouders Eliazer Morpurgo en Anna Mok op het Oosterpark 10 I in Amsterdam. Jeannette was kleermaakster en handwerkster van beroep en Rosa was machinestikster. Beiden zijn door de Joodse Raad in 1941 als naaister geregistreerd.
Jeannette en Rosa werden in de nacht van 8/9 April 1943 vanaf hun ouderlijk huis naar het concentratiekamp Vught gezonden, waar zij ruim drie maanden hebben verbleven. Uit aantekeningen van de registratiekaart van hun vader Eliazer Morpurgo is gebleken dat hij vanuit Kamp Westerbork aan één van zijn dochters in Vught fl.10,- per postwissel heeft gestuurd. Klaarblijkelijk is er voor ontvangst getekend maar het geld is nooit ontvangen. Op een verzoek van hun vader om het geld terug te sturen naar Westerbork werd niet ingegaan. Hun vader werd meegedeeld dat er van terugbetaling geen sprake kon zijn. Alleen het stortingsbewijs is aan hem toegezonden.
Op 19 Juli 1943 zijn Jeannette en Rosa Morpurgo van Vught naar Westerbork getransporteerd, waar zij nog voor enkele dagen in barak 57 terecht kwamen. Op 20 Juli werden zij beiden op transport gesteld naar Sobibor, waar zij bij aankomst aldaar op 23 Juli 1943 onmiddellijk werden vermoord.
Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Eliazer Morpurgo, Jeannette Morpurgo en Rosa Morpurgo en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jeannette en Rosa Morpurgo en Eliazer Morpurgo.