Maurits Hamburg heeft een groot hart voor dieren. Begin 1936 wordt hij lid van de Nederlandsche Vegetariërsbond. De bond placht bij te houden wat de motivatie is geweest van mensen om vegetariër te worden - en vraagt Hamburg hiernaar. Hamburg reageert: 'Deze vraag leek mij zó belangrijk, dat ik meende, hier niet een antwoord op belastingbiljetachtige wijze te mogen formuleren.'
In plaats daarvan schrijft hij:
Geloofsbelijdenis
Ik ben gegaan naar de dieren en ik zag, dat zij het leven liefhebben, als ik.
Ik ben gegaan naar de dieren en ik zag, dat zij vrezen smart, als ik.
Ik kwam tot de dieren - en ik wist, dat hún smart ons niet tot leven, ons leven hun niet tot smart mag zijn.