Duifje van der Molen was een dochter van Meijer van der Molen en Esther Appel. Zij trouwde op 24 April 1919 in Amsterdam met de sigarenmaker Wolf Hartlooper, een zoon van Joseph Hartlooper en Sara Bonte. Het echtpaar kreeg één zoon, Joseph, die in 1926 in Amsterdam werd geboren.
Toen Wolf Hartlooper nog niet gehuwd was, werkte hij als sigarenmaker in Antwerpen. Na hun huwelijk in 1919, werd hij caféhouder van café De Molen op de Geldersekade 120 en woonde in het begin met zijn vrouw Duifje in bij zijn schoonvader Joseph Bonte in de Rapenburgerstraat 81. Vervolgens woonden zij vanaf 1926 in bij Isaäc Liefman en zijn vrouw Naatje van der Molen op de Nieuwmarkt 15 II en later op nr. 15 hs (om de hoek bij hun café), waar ook Wolf’s vader Joseph Hartlooper woonde met zijn dochter Roosje.
Wolf Hartlooper en zijn gezin waren “gesperrt bis auf weiteres” op grond van het bezit van een zaak, een café. Na toewijzing van het verzoek een Sperre vanwege de zaak werd aan de gevel een bord met de tekst ‘Joodsch Lokaal’ geplaatst. In feite is de Joodsch Lokaal Sperre, die is verbonden aan de vergunning om een Joods lokaal uit te baten, een bijzondere Joodsche Raad-Sperre.
Wolf Hartlooper was niet helemaal gezond; hij leed aan een hartkwaal. Zij zoon Joseph, die een 3-jarige ULO opleiding had en een typediploma bezat werkte mee in het café als bediende (kelner) in een erkend Joodsch Lokaal. Uiteindelijk werd het gezin Hartlooper ten tijde van de grote razzia’s in Amsterdam van eind Mei 1943 op 29 Mei opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij slechts enkele dagen verbleven in barak 64. Op 1 Juni werden zij allen op transport gesteld naar Sobibor en bij aankomst aldaar werden Duifje van der Molen, haar man Wolf Hartlooper en hun zoon Joseph onmiddellijk vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart en archiefkaart Wolf Hartlooper, archiefkaart Duifje van der Molen; Raymund Schütz - Vermoedelijk op transport en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Duifje Hartlooper-van der Molen, Wolf Hartlooper en Joseph Hartlooper.