Abraham Salomon Kannewasser was een zoon van Salomon Aron Kannewasser en Jansje (Gittel) Leon Beek. Hij was geboren op 18 Mei 1883 in Den Helder en werkte in diverse baantjes; hij was kok, broodbakker en als laatste was hij marktkoopman in allerhande goederen.
Op 16 Februari 1926 werd Abraham Kannewasser “ambtshalve” uitgeschreven uit het bevolkingsregister van Den Helder en bleek vanaf die datum op diverse adressen in Amsterdam te wonen. In October 1936 woonde hij in de Lepelkruisstraat 15 III en per 20 December 1940 op de Nieuwe Herengracht 209 hs. Voordien trok hij op 17-jarige leeftijd naar Stad-Almelo, waar hij 2 jaar heeft gewoond. Vervolgens trok hij naar Utrecht en vanaf 1908 ging hij vanuit Kampen naar Amsterdam.
Op 2 November 1910 trouwt Abraham Kannewasser in Amsterdam met de 24-jarige Maria van Esso uit Kampen. Zij krijgen op 5 October 1911 een zoon, Salomon Isidore die op 31 Januari 1944 in Auschwitz om het leven komt. Het huwelijk van Abraham en Maria houdt echter geen stand en eindigt op 3 Augustus 1918 door echtscheiding. Vervolgens trouwt Maria van Esso op 12 Juni 1919 in Zaandam opnieuw met de brood- en banketbakker Frederik van der Hak uit Appingedam. Beiden overleven de oorlog: Frederik overlijdt 12 September 1949 en Maria op 23 November 1964 in Amsterdam.
Op 6 April 1921 trouwt Abraham Kannewasser in Zaandam voor de 2e maal met de 37-jarige weduwe van Levie Pachter, Betje Polak, een dochter van Barend Polak en Klara Vos. Betje Polak was op 10 November 1910 in Amsterdam eerder getrouwd met Levie Pachter, die op 21 Januari 1917 was overleden. Betje en Levie hadden samen drie kinderen, t.w. Maurits, Clara en Barend Pachter. Clara heeft de oorlog overleefd en is in Januari 1990 in Amsterdam overleden. Maurits en Barend zijn tijdens de Sjoa vermoord: Maurits op 30 September 1942 in Auschwitz en Barend op 28 Februari 1943 eveneens in Auschwitz.
Het tweede huwelijk van Abraham Salomon Kannewasser met Betje Polak houdt ook geen stand want op 2 October 1925 eindigt ook dit huwelijk in echtscheiding. Toch wordt nog op 4 Juni 1926 hun beider dochter Jansje geboren die uiteindelijk op 30 September 1942 in Auschwitz óók om het leven komt.
Abraham Salomon Kannewasser werd samen met zijn ex Betje Polak op 4 October 1942 in de hectiek van de grootscheepse razzia’s in Amsterdam in Westerbork binnengebracht en op 12 October op transport gesteld naar Auschwitz. In dat zelfde transport zat ook Barend Pachter de zoon uit het eerste huwelijk van Betje Polak met Levie Pachter. Barend werd nog als dwangarbeider ingezet en kwam op 28 Februari 1943 om het leven maar Abraham Salomon Kannewasser en zijn ex-echtgenote Betje Polak werden bij aankomst in Auschwitz op 15 October 1942 onmiddellijk vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Abraham Salomon Kannewasser, Maria van Esso, Betje Polak, Barend Pachter, Clara Pachter, Maurits Pachter, Salomon Isidore Kannewasser, Jansje Kannewasser en Frederik Hak; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Abraham Salomon Kannewasser, Maria van Esso, Betje Polak, Barend Pachter Cato Pachter Maurits Pachter, Salomon Isidore Kannewasser en Jansje Kannewasser en genealogische informatie van een bezoeker van de website.