Joseph Barmes, geboren op 16 Juni 1872 in Amsterdam, was een zoon van Abraham Joseph Barmes en Jansje Levie Mossel. Hij trouwde in Bazel in Zwitserland op de verjaardag van zijn Zwitserse bruid op 23 October 1906 met de 29-jarige Lucie Rueff, dochter van Leopold Rueff en Julie Levie en was geboren in de aan Bazel grenzende plaats St. Louis in de Elzas. Beiden werden in Sobibor vermoord.
Het echtpaar Barmes kreeg twee kinderen: Jeanne op 7 September 1907 en Juliette op 11 Januari 1913, die beiden in Amsterdam zijn geboren en de oorlog hebben overleefd: Jeanne overleefde Vught en Auschwitz en werd uiteindelijk met de Philipsgroep, waarin zij terechtgekomen was, door het Zweedse Rode Kruis gered en haar zuster Juliette en haar dochter overleefde de Sjoa door onderduik (Haar man werd in Auschwitz vermoord).
Joseph Barmes woonde met zijn vrouw Lucie na hun huwelijk in de Blasiusstraat 66 I in Amsterdam. Daar zijn ook hun beide dochters geboren. Hij was diamantslijper van beroep maar als er geen werk was in de diamant, dan moest hij naar de steun, die hij dan ook kreeg en verder werden zij door de andere familie geldelijk ondersteund voor zover dat mogelijk was.
Behalve zijn inkomsten als diamantslijper had Joseph soms een bijverdienste aan de verkoop van autopoets van zijn Zwitserse zwager Marcel Rueff uit Zürich. Zijn zwager reisde met dat product door Europa en verkocht dat overal. Als hij met zijn vrouw naar Nederland op bezoek kwamen, werd de autopoets doorgaans op de veranda van de woning van Joseph en Lucie geprepareerd en werden er flesjes voor de verkoop gevuld. Volgens één van de overlevende dochters was dat altijd één grote kliederboel.
Daarnaast was Joseph Barmes een verwoed fotograaf. Hij bezat een fototoestel waarmee foto’s op glasplaten werden gemaakt. Die foto's op de glasplaten mocht hij ontwikkelen en afdrukken bij Capi-Lux in de Kalverstraat in Amsterdam en de foto's die hij van de gebeurtenissen had gemaakt hingen daar in de etalage. Die konden de mensen kopen. Waarschijnlijk zijn op deze wijze zijn foto's publiek geworden.
Op 20 Maart 1943 werden Joseph Barmes en zijn vrouw Lucie Rueff gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork, waar zij beiden in barak 67 terecht kwamen. (Barak 66 en 67 zouden pas na Mei 1943 als strafbarak gaan dienen; tot dan waren het "gewoon"woonbarakken). Drie dagen later al, op 23 Maart werden zij op transport gesteld naar Sobibor, waar zij bij aankomst op 26 Maart 1943 onmiddellijk werden vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart en archiefkaarten Joseph Barmes en Lucie Rueff; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Joseph Barmes en Lucie Rueff en familieverhalen, opgetekend door de redactie van Joods Monument.