Hartog Schijvenschuurder was de jongste en nog thuiswonende zoon van Isidorus Schijvenschuurder en Sientje van Praag. Hij was regenjassenplakker van beroep en werd gelijk met zijn zus Sara Gans-Schijvenschuurder en zwager Jacob Gans op 16 Maart 1943 afgevoerd naar het concentratiekamp Vught. Hartog echter werd als dwangarbeider tewerkgesteld in het Aussenkommando Moerdijk, waar hij verbleef in barak 2b. Op 3 Juli 1943 werd hij samen met zijn zus Sara en haar man Jacob Gans vanuit Vught doorgestuurd naar Westerbork, waar hij in barak 57 moest verblijven, tot aan zijn deportatie naar Sobibor op 6 Juli 1943, waar hij bij aankomst daar op 9 Juli 1943 onmiddellijk werd vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart en archiefkaart van Isidorus Schijvenschuurder; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Hartog Schijvenschuurder.