Mietje Maas, die op 13 December 1894 als tweede kind van Philip Maas en Anna Suisman in Rotterdam werd geboren, trouwde op 12 Augustus 1925 in Rijswijk met de niet-Joodse Cornelis Johannes Theodorus van Delden. Echter al tien jaar daarvoor, op 30 October 1916, was hun zoon Philip van Delden in Rotterdam geboren.
Philip werd erkend bij zijn geboorte: zijn geboorte- en erkenningsakte van 14 November 1916 uit Rotterdam, door beide ouders ondertekend luidt dat “Cornelis Johannes Theodorus van Delden, oud 24 jaar, journalist, wonende te Amsterdam, en Mietje Maas, oud 21 jaar, wonende te Rotterdam, verklaarden te erkennen een kind van het mannelijk geslacht, geboren op 30 October dezes jaars (1916) alhier (Rotterdam) geboren en ingeschreven in de geboorteregisters van de gemeente onder de voornaam Philip, als kind van Mietje Maas”.
Mietje Maas was werkzaam als fabrieksarbeidster, maar vertrekt na de geboorte van haar zoontje Philip op 6 April 1918 samen met hem uit Rotterdam naar Den Haag, waar zij aan de slag gaat als varieté artiste. Mietje en haar zoontje Philip wonen dan in de Hofwijkstraat 47 maar verhuizen regelmatig naar andere adressen.
Op 14 October 1918 wordt in den Haag Hermina Maria Elisabeth Maas geboren, dochter van Mietje Maas en Cornelis Johannes Theodorus van Delden. Zij wordt vernoemd naar haar grootmoeder Hermina Elisabeth Maria Oomens. Mietje vertrekt met haar zoon Philip en pas geboren dochtertje op 24 December 1918 naar Rotterdam waar zij “inwoning” vinden op de Gedempte Botersloot 85b. Op 15 October 1919 vertrekken Mietje en Philip weer naar Den Haag, waar Mietje haar beroep als varieté artiste weer oppakt; haar dochtertje Hermina blijft achter in Rotterdam.
Vermoedelijk is Hermina op bezoek bij haar groothouders Van Delden, die in Amsterdam wonen, als zij op 14 April 1919 daar komt te overlijden, slechts 6 maanden oud. Uit Hermina’s Amsterdamse overlijdensakte blijkt dat haar vader, die haar overlijden heeft aangegeven, dan in Rotterdam domicilie heeft en artist van beroep is.
Op 2 October 1923 vertrekt Mietje Maas met haar zoon Philip naar Berlijn voor optredens als artiste. Na een jaar keren zij terug naar Nederland en worden per 25 September 1924 ingeschreven in Rijswijk. Haar man bleef in Nederland achter, hij woont in Amsterdam en werkt daar als auteur. In 1930 wordt het gezin ingeschreven in de Zoutmanstraat 43 in Den Haag, maar verhuizen nog enkele keren in de stad.
Vanaf 15 November 1934 woont het gezin Van Delden weer in Amsterdam waar zij in de periode 1934-1940 meer dan vijf keer van inwoning verwisselen. Het huwelijk van Mietje Maas en Cornelis J.Th. van Delden houdt echter geen stand en op 9 November 1939 wordt het huwelijk in Rijswijk door echtscheiding ontbonden. Mietje Maas woont vervolgens opnieuw op verschillende adressen in Amsterdam, maar haar laatst bekende adres daar is Lutmastraat 185 I.
Op 23 Maart 1943 wordt Mietje Maas opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij verblijft in barak 60. Op 27 April wordt zij op transport gesteld naar Sobibor waar zij bij aankomst op 30 April 1943 onmiddellijk in de gaskamers daar wordt vermoord. Haar ex en haar zoon Philip overleven de oorlog.
Bronnen o.a. Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Philip Maas en Mietje Maas; geboorte- en akte van erkenning Philip van Delden nr.11305 d.d. 14-11-1916; Gemeente Archief Den Haag, gezinskaarten van Mietje Maas en Cornelis J.Th. van Delden; Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Mietje Maas en Cornelis J.Th. van Delden, overlijdensakte 3485 uit Amsterdam, register 5, jaar 1919, folio 92v d.d. 15 April 1919 voor Hermina Maria Elisabeth Maas; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Mietje van Delden Maas en aanvullingen van andere onderzoekers van deze families.