Esther Polak, geboren op 1 Januari 1880 in Rotterdam als jongste van de zes kinderen van Jacobus Polak en Vroukje de Jong, trouwde op 32 jarige leeftijd – op 23 October 1912 in Rotterdam - met de 25-jarige, op 27 Maart 1887 in Groningen geboren Jonas Frank, een zoon van Alexander Frank en Vogelina Drukker.
Jonas Frank was behanger van beroep. Hij verbleef in Utrecht tot April/Mei 1906, waarna hij naar Amsterdam vertrok. Daar woonde hij op de Nieuwe Prinsengracht 52 tot in Juni 1908; toen vertrok hij naar Rotterdam, waar hij inwoning vond op de Lange Warande 68 en 48a en later op de Hofdijk 51.
Toen Jonas Frank met Esther Polak in 1912 het huwelijk trad, toen woonden zij op het Strooveer 17 en later op 14b (gelegen vlak bij de Agniesebuurt en de Heer Bokelweg in Rotterdam. Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. Alexander Jacobus op 8 October 1913 en Jacobus op 14 Juli 1916; beiden hebben de oorlog overleefd.
Uit de registratiekaarten uit de cartotheek van de Joodse Raad bleek dat Esther en Jonas zich al op 28 Augustus 1942 in Westerbork hebben vervoegd, alhoewel zij géén oproep hadden gekregen voor de z.g. “Arbeitseinsatz”. Maar zij gingen, “ohne Aufruf” en werden op 31 Augustus op transport gesteld naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar op 3 Septembner 1942 werden Esther Frank-Polak en haar man Jonas Frank, gezien hun leeftijd, niet meer voor “werk” geselecteerd maar onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Bronnen o.a. het stadsarchief Rotterdam, registratiekaart bevolkingsregister Jonas Frank en gezinskaart Jonas Frank; website Alle Groningers, geboorteakte Jonas Frank; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jonas Frank en Esther Frank-Polak.