Het gezin Kon, bestaande uit Mosiek Markus Kon, geboren in Plock in Polen in 1878, zijn vrouw Chana Dydakov, geboren in het Poolse Biezun in 1882 en hun kinderen Hersz, Icek, Estera Brana, Cyon en Szymon, die allen in Plock in Polen werden geboren, kwam in Juli 1931 vanuit Plock in Amsterdam aan.
Na hun vestiging in Amsterdam, waar zij in het begin op verschillende adressen woonden, traden hun kinderen in het huwelijk en vertrokken uit het ouderlijk huis om in een eigen woning een gezin op te bouwen. Mosiek Markus en Chana Kon en hun gezin betrokken begin December 1932 een woning in de Blasiusstraat 58 hs en verhuisden eind Augustus 1935 naar huisnummer 46 hs, waar zij bleven wonen tot aan het moment van hun arrestatie en deportatie naar de vernietigingskampen.
Cyon Kon trad op 28 October 1942 in het huwelijk in Amsterdam met 22-jarige Esther Agsteribbe, naaister van beroep en dochter van Mozes Agsteribbe en Margaretha Bierman.Nadat zij gehuwd waren, trok Cyon in bij zijn schoonouders, die al sinds 1935 in de Vaalrivierstraat 8 hs in de Amsterdamse Transvaalbuurt woonden. Cyon was leerbewerker maar vanaf 1941 was hij “zonder beroep”. Vanaf 1 September 1942 was Cyon in dienst gekomen bij de Joodse Raad: hij was medewerker bij de Algemene Dienst op de Nieuwe Keizersgracht 58. Hij en zijn echtgenote waren daardoor voorlopig vrijgesteld van deportatie “wegens functie”.
Pas getrouwd en nog in hun wittebroodsweken, werden Cyon en Esther op 13 November 1942 echter afgevoerd naar Westerbork en daar op 14 November geregistreerd. Op 13 November 1942 werd de Sperre verlengd middels een stempel in zijn persoonsbewijs en Cyon verkreeg op 16 November een persoonlijke vrijstelling door Aus der Fünten. (R.A.F. Rückstellung Aus der Fünten).
Desondanks werden Cyon Kon en zijn vrouw Esther Agsteribbe op 30 November 1942 vanuit Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz. Dit transport was het z.g. 'Kattenburg'-transport (367 Joodse medewerkers van de Amsterdamse confectiefabriek Hollandia Kattenburg), maar tevens een z.g. Kosel transport. Tijdens een stop bij het goederenstation van het plaatsje Kosel, ± 80 km westelijk van Auschwitz gelegen, werden 170 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar gedwongen de trein te verlaten. Zij werden vervolgens als dwangarbeiders tewerkgesteld in de omliggende werkkampen van Auschwitz.
Echter zij, die in de trein achterbleven, werden verder naar Auschwitz vervoerd om daar te worden vermoord. Dat was het lot van Esther Kon-Agsteribbe, 22 jaar oud; zij werd bij aankomst op 3 December 1942 onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Zeer waarschijnlijk behoorde Cyon Kon tot de groep van 170 personen die in Kosel de trein hebben moeten verlaten. Het is niet bekend waar Cyon terecht is gekomen, noch de precieze datum waarop en hoe hij om het leven is gekomen. Daarom heeft het Nederlandse Ministerie na de oorlog opdracht gegeven aan de Gemeente Amsterdam om voor Cyon Kon een overlijdensakte op te maken, waarin is vastgesteld dat hij op 31 Maart 1944 in Midden-Europa is overleden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten Mosiek Markus Kon, Cyon Kon en Esther Agsteribbe; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Cyon (Lyon)Kon en Esther Agsteribbe; de website jodenstransporten vanuit Nederland.nl en de overlijdensakte nr.491 uit A-reg.92-folio 83v, opgemaakt op 18 Januari 1952 voor Cyon Kon in Amsterdam.