Verhaal

Jacques Schenkkan

Biografie

Door: Saskia Leune

Jacques Schenkkan en Jannetje Straatsma

Mijn opa, Jacques Schenkkan is geboren op 24 december 1913 in de Vrolikstraat 90 te Amsterdam. Hij is de zoon van Leendert Schenkkan en Judith Lever. Op 16 december 1925 verhuist hij met zijn ouders naar de Smaragdstraat 23I. Op 25 juli 1940 trouwt hij met Jannetje Straatsma (21 mei 1915 Sloten – 21 okt 1978) Op 23 september 1943 wordt zijn dochter Marie Louise (Ria) Schenkkan geboren.

Jannetje staat vanaf november 1939 ook ingeschreven op de Smaragdstraat. En blijft hier ook na de oorlog wonen met hun dochter. In 1955 verhuisd ze naar de Amsteldijk 106II en is ze inmiddels hertrouwt met Mauritz Abraham Frank.

Jannetje is na de dood van haar moeder in 1935 eerst bij haar broer gaan wonen. Het zal bij haar vader niet goed zijn gevallen dat zij een joodse man had. Haar vader was een actief lid van de NSB, tijdens de oorlog deelde hij samen met zijn duitse vriendin folders uit. Ik heb verder geen informatie over haar vader Nicolaas Straatsma en zijn activiteiten bij de NSB. Daarentegen heeft een broer van Jannetje, Jacobus (Co) Straatsma en Geertruida (Truus) Mast een onderscheiding van Yad Vashem ontvangen omdat zij onderduikers in huis hebben gehad.

Jacques schenkkan was zeer artistiek, hij heeft mooie schilderijen en tekeningen gemaakt. Hij hield van zeilen, dat hebben Jannetje en Jacques veel gedaan en misschien hebben ze elkaar ook wel op die plek leren kennen. Uit foto’s en uit de brieven van zijn broer Louis uit Mauthausen blijkt ook dat zij samen met broer Mozes (Maurice) vaak gingen vissen aan de Amstel.

Hij was diamantslijper maar net als zijn broertje Louis is hij niet in de diamantindustrie blijven werken. In 1939 werkt hij bij de Beijenkorf in Den Haag. Ook heeft hij een korte tijd (okt 1938-dec 1938) op de Lubeckstraat 79 in Den Haag gewoond. Op 27 november 1941 wordt hij ontslagen omdat hij jood is.

Wat ik zeker weet is dat hij in 1943 ondergedoken zat in Eindhoven bij de familie Danz. Er is een telegram die naar dat adres is gestuurd om te laten weten dat zijn dochter geboren is.

In 2019 heb ik contact gezocht met de zoon van de familie waar mijn opa ondergedoken heeft gezeten. Deze persoon is in de oorlog geboren maar omdat zijn ouders altijd veel spraken over die tijd kende hij zelfs de naam Jacques Schenkkan. Hij vertelde mij dat zijn vader Jacques waarschuwde niet naar Amsterdam terug te gaan toen hij vernam dat zijn dochter geboren was. Maar hij wilde zijn dochter zien, dus is hij in sept of oktober 1943 terug naar Amsterdam gegaan.

Op vrijdag 21 april 1944 wilde hij kort voor de spertijd naar zijn neef Jacob Jacques Speijer die toen op het Daniel Willinkplein woonde. Hij ging daar heen omdat hij iets wilde verkopen of kopen. Mijn oma wilde niet dat hij nog zou gaan maar hij beloofde haar op tijd terug te zijn. Helaas is hij toen opgepakt. Volgens het politie rapport (bron Archief Amsterdam) is Jacques op vrijdag 21 april 1944 om 20:15 opgepakt samen met M. Kruijswijk en zijn neef Jacob Jacques Speijer.

Na zijn arrestatie heeft hij op de volgende plekken gezeten:

  • 22 april 1944 naar Scheveningen (gevangenenr 662, cel 428)
  • 19 mei 1944 naar Westerbork waar hij in strafbarak 67 zat.
  • 3 september 1944 naar Auschwitz (gevangenenr: 195397)
  • 28 oktober 1944 ging hij naar Stutthof
  • 19 nov 1944 naar Echterdingen (Natzweiler) nabij Stuttgart gevangenenr 43401

Vanuit Westerbork schreef Jacques 3 brieven aan zijn vrouw. In de eerste brief geeft hij aan dat het prima gaat en hoopt voor hun trouwdag weer thuis te zijn. In de tweede brief schrijft hij dat hij verhoord is (gebeurde bij alle gemengd gehuwden) maar gaf zichzelf weinig kans om vrij te komen. Hij vraagt ook om een kennis van zijn neef naar Aus den Funten te laten gaan en er spoed achter te zetten. Zijn laatste brief schrijft hij op 2 september, hij schrijft dat hij op 5 september op transport gaat en een paar regels later schrijft hij dat ze toch de volgende dag al gaan. Hij schrijft dan het volgende:

“het is me te moeilijk alles te schrijven wat ik nu voel, maar wees overtuigd dat wat er ook gebeurt ik mij er doorsla dat doe jij dus ook. Schat tot ziens Duizend kussen van je liefhebbende man

Een duitse journalist Thomas Faltin heeft in 2008 een boek geschreven “Im Angesicht des Todes” “Das KZ-Ausenlager Echterdingen 1944/45 und der Leidensweg der 600 Haftlinge”.

Dit boek heeft hij geschreven naar aanleiding van een massagraf dat werd gevonden op de Amerikaanse luchtbasis in Stuttgart. Daar werden bij werkzaamheden de lichamen van 19 mensen aangetroffen. Na onderzoek zou het mogelijk kunnen zijn dat Jacques hier ook bij was. In 2010 heb ik een brief ontvangen van de Staatsanwaltschaft Stuttgart Baden Wurttemberg hierin staat dat Jacques schenkkan zeer waarschijnlijk in Echterdingen is overleden en begraven was in een van de twee massagraven in Bernhauser Wald, Waldteil Hammersklinge. Na de oorlog worden er uit die graven 66 personen opnieuw begraven op het joodse deel van de Eberhaldenfriedhofs in Esslingen am Neckar. Ze gaan er dus van uit dat Jacques hier zeer waarschijnlijk ook ligt.

Na de oorlog is Jacques Schenkkan op de Erelijst de gevallenen vermeldt. Helaas zijn er geen onderliggende documenten om te kunnen uitzoeken waarom.

Ik weet dat Jacques en Jannetje goede vrienden waren van Jan en Sien Hermarij. Sien is de tweelingzus van Ab Oeldrich die bij de groep Gerretsen zat en Jannetje heeft documenten rondgebracht in oorlog. Misschien ligt hier het antwoord maar dat zal ik nooit meer te weten kunnen komen, helaas…