In 1928 vond een Joodse revue plaats in de sociëteit in de Grotestraat in Almelo. Karel Haas, die door een overlevende als een geniale man wordt omschreven, was regisseur, tekstschrijver en componist van het stuk.
Een buurtbewoner herinnerde zich hoe in 1942 Sophia en haar zoon Maurits (vader Karel bevond zich toen al in een werkkamp) op een dag ’s ochtends in alle vroegte met gepakte koffers langsliepen, keurig gekleed in zondagse kleding.
C.B. Cornelissen, Onvoltooid verleden tijd: Jodenvervolging in Almelo (Oldenzaal 2006) 16, 22, 105.
Verhaal