Isidore van Abbe, die op 4 October 1902 in Amsterdam geboren was als zoon van Emanuel van Abbe en Mietje van den Bergh, trouwde in Haarlem op 19 September 1929 met Betsy Velleman, geboren op 21 Maart 1902 in Haarlem als dochter van Levie Velleman en zijn tweede vrouw Saartje Slagter. Het echtpaar kreeg één dochter, t.w. Emilie Louise die op 21 April 1932 in Amsterdam werd geboren. Zij werd doorgaans Milly genoemd.
Isidore van Abbe werkte als magazijnbediende bij de Bijenkorf in Amsterdam en later daar als verkoper. Nadat Isidore en Betsy waren getrouwd in 1929, betrokken zij een woning in de Waalstraat 10 I in Amsterdam-Zuid. Op 6 Juni 1933, na de geboorte van hun dochter, verhuisde het gezin naar Haarlem waar zij eerst in de Judith Leysterstraat 22 woonden en later in de Van Zeggelenstraat 126 in de Oude Amsterdamse buurt van Haarlem Oost.
Op 14 Mei 1940 kwam het gezin Van Abbe naar Amsterdam waar zij in de Van Woustraat 216 I woonden. Vermoedelijk zijn zij op enig moment ondergedoken, echter de documenten uit de archieven tonen dat niet aan, noch wanneer zij in onderduik gegaan zouden zijn. Maar het feit dat Isidore, zijn vrouw Betsy en hun dochter Emilie pas op 6 Januari 1944 in Westerbork werden binnengebracht, waar zij werden opgesloten in de strafbarak 67, maakt aannemelijk dat zij tijdens hun onderduik eind 1943 zijn verraden en gearresteerd.
Op 25 Januari 1944 werden Isidore van Abbe, zijn vrouw Betsy Velleman en hun dochter Emilie Louise (Milly)van Abbe vanuit Westerbork met een z.g. straftransport gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij bij aankomst aldaar op 28 Januari 1944 onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau werden vermoord.
Bronnen o.a. Het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Isidore van Abbe en Emanuel van Abbe, archiefkaarten van Isidore van Abbe en Betsy Velleman; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Isidore van Abbe, Betsy van Abbe-Velleman en Emilie Louise van Abbe en de wikipedia lijst van jodentransporten vanuit Nederland.nl