Frederik Cohen verbleef in Westerbork onder bescherming van de deken der Amsterdamse advocaten. In februari 1944 bevond hij zich met een licht griepje in het kampziekenhuis. De barakdokter had hem daar laten opnemen om hem de drukte en vermoeidheid van een interne verhuizing te besparen.
Juist op dat moment liet kampcommandant Gemmeker, op enkele uitzonderingsgroepen na, alle vrijstellingen van patiënten in de ziekenbarakken vervallen, waardoor zij in aanmerking kwamen voor het eerstvolgende transport naar Auschwitz. Ook Frederik raakte hierdoor zijn bescherming kwijt en ging op transport.
Bron: Philip Mechanicus, In Dépôt: Dagboek uit Westerbork (Amsterdam 1985) 274.
Verhaal