Mozes de Groot was een zoon van Israel de Groot en Grietje Hilversum. Hij was geboren op 20 Juni 1903 in Amersfoort. Op 3 Juni 1927 trouwde hij in Enschede met Julia Schaap, die op 23 Maart 1906 in Hilversum was geboren als dochter van Hartog Schaap en Johanna Gobas. Uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren, t.w. Lezer op 3 Maart 1928 in Amersfoort en op 29 April 1929 volgde Israel, die in Zeist werd geboren.
Het huwelijk van Mozes en Julia hield echter geen stand en op 30 Augustus 1932 werd hun huwelijk in Enschede ontbonden. Israel bleef bij zijn moeder en Lezer bij zijn vader wonen. Mozes hertrouwde vervolgens op 2 Augustus 1933 in Utrecht met Parle Blitz, die op 12 April 1904 in Amsterdam geboren was als dochter van Abraham Blitz en Henriëtte de Hond. Uit dit huwelijk werd in Amersfoort op 27 Januari 1937 nog een zoon geboren: Abraham.
Mozes de Groot was koopman in 2e-hands goederen, en verbleef daardoor nogal regelmatig in andere plaatsen, zoals o.a. in Enschede, Den Bosch, Utrecht en in Amersfoort. Na zijn huwelijk met Parle Blitz in Utrecht, woonde Mozes met zijn zoon Lezer en zijn 2e vrouw Parle daar in de Ternatestraat 6-bis-A maar op 17 Maart 1939 verhuisden zij naar de Blasiusstraat 100 II in Amsterdam.
Na in de zomer van 1942 te zijn opgepakt in Amsterdam worden Mozes, zijn vrouw Parle en de kinderen Lezer, Abraham de Groot op 6 September 1942 in Westerbork geregistreerd en al de volgende dag, op 7 September gedeporteerd naar Auschwitz. De 14-jarige Lezer zijn 5-jarige halfbroertje Abraham werden samen met hun 38-jarige stiefmoeder en moeder Parle Blitz bij aankomst op 10 September 1942 direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Echter tijdens een tussenstop van het transport in het plaatsje Kozel, gelegen ±80 km westelijk van Auschwitz, werd Mozes de Groot, samen met nog 109 andere gedeporteerden gedwongen om de trein te verlaten. Zij werden als dwangarbeiders tewerkgesteld in omliggende werkkampen van Auschwitz. Maar zij die in de trein achterbleven werden verder naar Auschwitz vervoerd om daar te worden vermoord.
Mozes de Groot komt terecht in het werkkamp Seibersdorf, gelegen het zuidelijke deel van Polen bij de Tjechische grens. De omstandighedcn waren daar inhumaan en zwaar en Mozes de Groot is – als zovelen – daar op enig moment om het leven gekomen. Niet bekend is onder wat voor omstandigheden, noch de precieze datum van zijn dood. Daarom heeft het Nederlandse Ministerie van Justitie na de oorlog opdracht gegeven aan de Gemeente Amsterdam om voor Mozes de Groot een overlijdensakte op te maken waarin is vastgesteld dat hij op 31 Maart 1943 in Seibersdorf is overleden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Mozes de Groot, archiefkaarten van Mozes de Groot, Julia Schaap, Parle Blitz, Lezer en Abraham de Groot; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Mozes de Groot, Parle de Groot-Blitz, Lezer de Groot en Abraham de Groot; overlijdensakte van Mozes de Groot van 6 December 1951, nr 27 uit het A-register 90-folio 6 en de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl.