Biografie

Over Grietje Kattenburg en haar zoon Floris Maurits van Moppes.

Gescheiden van Emanuel van Moppes op 1 October 1931.

Grietje Kattenburg, een dochter van Meijer Kattenburg en Debora Garf, was geboren op 23 Augustus 1883 in Amsterdam, waar zij op 30 Augustus 1906 in het huwelijk trad met Emanuel van Moppes, een zoon van Isaac van Moppes en Schoontje Cohen. Hij was geboren op 18 April 1883 en diamant-kliever van beroep.

Grietje en Emanuel kregen samen twee zonen, t.w. Isidore Emanuel op 11 Juli 1907 en Floris Maurits op 20 April 1911. Emanuel was werkzaam in het diamantvak en verbleef daarom in de jaren 1921 tot 1924 regelmatig in Antwerpen, waar veel werk was. Hij woonde daar o.a. in de Lange Nieuwstraat 129 en in de Ommeganckstraat 78.

In 1923 had Emanuel van Moppes discussies met zijn schoonvader Meijer Kattenburg, die vond dat Emanuel óók het vak van tandtechniek moest leren, om behalve uit het diamantvak ook daaruit een inkomen te kunnen verwerven. Emanuel’s zoon Isidore Emanuel was immers tandarts geworden, maar Emanuel voelde daar niets voor omdat er in het diamantvak en in Antwerpen veel werk was en Emanuel stelde dat hij wel voorgoed in Antwerpen wilde blijven.

Overigens hield het huwelijk van Grietje en Emanuel geen stand en op 1 October 1931 zijn zij in Amsterdam gescheiden. Emanuel woonde daarna nog enkele jaren in Amsterdam, verhuisde toen naar Roosendaal en naar Putte in Noord Brabant, waarna verder niets meer van hem bekend geworden is.

Na haar echtscheiding woonde Grietje Kattenburg in de Herculesstraat 33 I in Amsterdam. Haar 27-jarige zoon Isidore Emanuel, tandarts van beroep, vertrok uit Amsterdam naar Den Helder om daar op 28 Augustus 1934 in het huwelijk te treden met de 24-jarige Meta Edie Coltof en zij kregen in 1935 en 1939 twee dochters die in Amsterdam geboren werden.

Maar op 11 September 1942 werd het hele gezin van Isidore gedeporteerd naar Auschwitz en op 14 September werden Meta Edie Coltof en haar beide dochters in de gaskamers vermoord. Isidore Emanuel van Moppes wist Auschwitz te overleven en kon terugkeren naar Amsterdam, waar hij op 30 Augustus 1946 hertrouwde en met zijn nieuwe echtgenote nog eens twee kinderen kreeg.

Grietje Kattenburg werd echter op 16 Maart 1939 voor enige tijd opgenomen in het Centraal Israëlitisch Krankzinnigengesticht “Het Apeldoornsche Bos” waar zij na een verblijf van 11 maanden werd ontslagen. Op 2 Februari 1940 woonde zij weer in Amsterdam in de 2e Jan van der Heijdestraat 38 hs maar korte tijd later, op 4 Maart 1940 betrok zij een kamer in Pension Jessurun wat gevestigd was in de Van Eeghenstraat 44 boven.

Haar andere zoon, Floris Maurits was boekhouder van beroep, die sinds 15 Juni 1933 werkzaam was bij de Amsterdamse Confectiefabriek Hollandia Kattenburg. Floris bleef ongehuwd en hij woonde in de Leonardostraat 10 en vanaf begin November 1939 op de Stadionweg 88 bij zijn broer Isidore Emanuel en zijn vrouw Meta Edie Coltof. Nadat het hele gezin van zijn broer op 11 September 1942 op transport gesteld werd en het huis werd leeggehaald, verhuisde Floris Maurits op 5 October 1942 óók naar Pension Jessurun in de Van Eeghenstraat 44 boven, waar zijn moeder Grietje Kattenburg al vanaf Maart 1940 woonde.

Een maand later, op 11 November 1942 volgde de razzia op Hollandia Kattenburg en werd ook Floris Maurits van Moppes naar Westerbork afgevoerd. Enkele dagen later, op 14 November volgde zijn moeder Grietje Kattenburg en beiden werden op 30 November gedeporteerd naar Auschwitz. Dit transport werd bekend als het z.g. “Kattenburg transport” waarmee ook  367 Joodse medewerkers van de Amsterdamse Confectiefabriek Hollandia Kattenburg naar Auschwitz werden gedeporteerd.

Het transport met in totaal 826 gedeporteerden, maakte een tussenstop in het plaatsje Kozel, gelegen ±80 km westelijk van Auschwitz. Daar werden 170 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar gedwongen de trein te verlaten om vervolgens als dwangarbeiders tewerkgesteld te worden in de omliggende werkkampen in Opper Silezië. Zij die achterbleven in de trein werden verder naar Auschwitz vervoerd en bij aankomst daar op 3 December 1942 werd Grietje Kattenburg onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.

Het is vrijwel zeker dat Floris Maurits van Moppes behoorde tot de groep van 170 personen die in Kozel de trein moesten verlaten. Het is niet bekend waar Floris Maurits terecht gekomen is en op welke wijze en wanneer hij om het leven is gekomen. Daarom heeft het Nederlandse Ministerie van Justitie na de oorlog opdracht gegeven aan de Gemeente Amsterdam om een akte van overlijden voor Floris Maurits van Moppes op te maken, waarin is vastgesteld dat hij op 31 Maart 1944 in Midden Europa is overleden.

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Meijer Kattenburg, archiefkaarten van Grietje Kattenburg, Isidore Emanuel van Moppes, Floris Maurits van Moppes en het Antwerps Vreemdelingen Dossier 171892 van Emanuel van Moppes; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Grietje Kattenburg en Floris Maurits van Moppes; de wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl en de overlijdensakte van Floris Maurits van Moppes, nr. 539 uit het A-register 93-folio 92, opgemaakt te Amsterdam d.d. 8 Februari 1952.

Alle rechten voorbehouden