Verhaal

De familie Cohen

De koopman Anthonie Cohen (1850-1937) vestigde zich in 1880 samen met zijn vrouw Sophia Polak (1850-1929) in Markelo. Zij woonden aanvankelijk in één van de Lonink-huizen (pand 46), maar kochten in 1913 het vroegere boerderijtje van Hollenberg (pand 89). Zoon Levy trouwde met Flora Denneboom uit Avereest en trok bij zijn ouders in. Anthonie, ook wel 'Nöttentone' genoemd, was handelaar in beenderen, lompen en mollenvellen en vervoerde dood vee. Zijn bijnaam dankte hij aan het feit dat hij in de herfst bij de boeren appels, peren, noten en ander fruit opkocht en dat vervolgens in Goor en Rijssen verhandelde. Toen Anthonie in 1937 overleed zette zijn zoon Levy deze activiteiten voort. Levy's zoon Anthonie, die leerling-elektriciën was, was suikerpatiënt en kon om die reden opgenomen worden in een ziekenhuis, in de hoop dat hij op die manier uit de handen van de Duitsers zou blijven. Deze hoop bleek ijdel: hij werd vanuit het ziekenhuis afgevoerd. Dochter Sophie had vlak voor de oorlog verkering gekregen met de militair Benjamin de Klijn die tijdens de mobilisatie in de omgeving van Markelo verbleef. Ze trouwden en vertrokken in 1941 naar Amsterdam. Eva Cohen ging met haar zuster mee naar Amsterdam en trouwde daar met Leon van Straten. Uiteindelijk werden allen vanuit Amsterdam afgevoerd en keerde alleen Benjamin de Klijn na de oorlog terug. Levy en zijn vrouw Flora zijn voor het laatst gesignaleerd in De Stokkumer Es, toen ze richting station liepen om zich op basis van een ontvangen oproep op het verlangde adres te melden.

Bron: Markelo/de familie Cohen