Gezin Pels-Levie

Door: carla

Simon Pels kwam met zijn ouders, Nefthalie Pels en Eva Koperenberg, op 09-03-1920 in Nijmegen. Hij werd door de Nijmeegse socialist Henk Spansier ingeschakeld in 1933 voor de verspreiding van het Duitstalige, anti-Nazi weekblad Freie Presse. Spansier werd bij een bezoek aan Kleef gearresteerd. Pels ontsprong toen de dans.

In de loop van 1942 werden vele Joodse mannen naar werkkampen gestuurd. Om hieraan te ontkomen fingeerde Simon Pels een ziekte. Zijn broer Isaac vertelde later dat Simon in het Joods Ziekenhuis op de Sint Annastraat lag maar in feite niets mankeerde. Zijn drie broers doken onder. Simon had geen oproep gekregen voor een werkkamp. Vermoedelijk heeft Simon zich daarna nog laten behandelen in de Maartenskliniek door dokter Bär, die vaker Joden hielp door gezonde ledematen in te gipsen.

Op 17 september 1942 echter werd Simon alsnog opgepakt en met zijn vrouw Jetje Levie en hun dochtertje Evaline Bertha ( 9 maanden oud) naar Westerbork getransporteerd. De volgende dag gingen ze op transport (nr.20) naar Auschwitz, waar vrouw en dochtertje meteen in de gaskamers werden omgebracht, evenals zijn ouders Nefthalie Pels en Eva Pels-Koperenberg en zijn zwangere schoonzus Betje Pels-Blok. (vrouw van Andries, overlevende). Simon bezweek in december in Auschwitz, zijn jongere broer Nathan in Buchenwald in maart 1945. Het huis van het gezin Pels-Levie werd op 13-10-1942 ontruimd.

Jetje Pels-Levie was een dochter van Izaak Levie en Bertha Blumenfeld. Zij was een zus van Rosa Katz-Levie, Joseph, Max, Lenie en Sally Levie. Op 22-01-1941 is Jetje van Arnhem naar Nijmegen verhuisd.