Sippora Smeer, dochter van Esther Salomons Smeer-van Gelderen en Izaak Nathan Smeer, geboren 23-10-1887 in Amsterdam, trouwde met Mozes Gobits (1906) en na de scheiding met Antonius Franciscus Huibers (in 1938). Zij woonden in Den Haag. Op 25-9-1941 werd zij opgenomen in het Apeldoornsche Bosch. Zij was eerder opgenomen in de Ramaerkliniek in den Haag. Zij komt niet voor op de lijst van de door de Duitse autoriteiten gedeporteerde patiënten van de Apeldoornsche Bosch van 21/22 januari 1943, omdat zij in maart 1942 met proefverlof was na het verminderen van de meest ernstige klachten. Waarschijnlijk is dit goed gegaan, zodat zij niet terugkeerde naar het Apeldoornsche Bosch. Wel werd voor het geval het niet goed zou gaan, voor haar een machtiging voor verlenging van de opname aangevraagd. Ze voelde zich niet opgewassen tegen het 'normale' leven. Hetgeen heel verklaarbaar is. Haar archiefkaart bij de gemeente Amsterdam geeft aan dat zij op 5-12-1944 in Amsterdam is overleden.
Verhaal