Rebecca Vos, het derde kind van Isaäc Vos en Mietje Visser, was geboren op 27 October 1894 in Amsterdam. Zij was niet getrouwd, begon haar werkzame leven in de diamant industrie maar werd later verpleegster van beroep. Zij werkte vanaf September 1928 als zaalzuster in het N.I.Z., het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis wat gevestigd was in de Kerkstraat 135 in Amsterdam.
Toen Rebecca Vos 14-jaar oud was, werd zij op 7 Juli 1909 toegelaten als leerling brilliantsnijdster bij de ANDB, de Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond. Haar vader en haar broers waren eveneens werkzaam in het “diamant vak”. Rebecca werd leerling bij S. Hes in het atelier Bottenheim op de Nieuwe Achtergracht 15. Op 17 November 1911 eindigde haar leertijd en werd zij lid van de ANDB en zij werd geplaatst in vakgroep 4, die van de brilliantsnijders.
In Februari bedankte Rebecca voor haar lidmaatschap wegens “een ander vak” maar in Mei 1924 meldde zij zich opnieuw en werd zij weer als nieuw lid van de ANDB toegelaten. Op 30 Augustus 1928 heeft zij echter definitief bedankt als lid waarna zij per 5 September 1928 (volgens de gezinskaart van haar vader) geregistreerd werd op het adres Kerkstraat 135, in "Gesticht 12/24", hetgeen zoveel betekende dat zij per die datum inwonend was in het N.I.Z. te Amsterdam, het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis, en daar als verpleegster aan de slag ging.
Ten tijde van de verplichte registratie van alle Joden in Nederland en de invoering van de anti-Joodse maatregelen vanaf Januari 1941, werd Rebecca Vos als gediplomeerd verpleegster geregistreerd bij de Joodse Raad als wonend op de Nieuwe Keizersgracht 110, het adres van het N.I.Z. Op 3 Augustus 1942 kreeg zij een “Sperre” van de Joodse Raad met legitimatie Z0122. Zij was voorlopig vrijgesteld van deportatie en kreeg zelfs een z.g. “Ausnahme Bescheinigung N.I.Z." (de allerlaatste vrijstellingen), waardoor zij zelfs niet werd opgepakt in de grote razzia’s van eind Mei en 20 Juni 1943.
Echter op 14 Augustus 1943 werd zij alsnog gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork, waar zij terechtkwam in de strafbarak 66. Op haar Joodse Raadkaart staat een aantekening over een oproep, waaraan zij mogelijk geen gevolg gegeven heeft. Op 31 Augustus 1943 werd Rebecca Vos op transport gesteld naar Auschwitz en bij aankomst aldaar op 3 September 1943 werd zij onmiddellijk in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Bronnen o.a. Het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Isaäc Vos, archiefkaart Rebecca Vos; lidmaatschapskaarten van de ANDB voor Rebecca Vos; Amsterdamse Bijzondere Registers 1897-1934 met Rebecca Vos; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Rebecca Vos en de wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl.