Betje van Geldere was een dochter van Saul van Geldere en Sientje Fransman. Zij was geboren op 3 October 1898 in Doesburg en zij trouwde op 3 Juni 1931 met Jacob Augurk, een zoon van Leendert Augurk en zijn 2e echtgenote Katharina van Thijn. Leendert's 1e vrouw Rosa Bernhard overleed op 7 Januari 1889 in het kraambed na de geboorte van haar 3e kind. Betje van Geldere en Jacob Augurk kregen samen twee kinderen, t.w. Leendert in 1932 en Sientje Katharina in 1933.
De ongehuwde Jacob Augurk werkte als loopjongen; later kreeg hij een baan als expeditieknecht. Toen Jacob getrouwd was met Betje van Geldere in 1931, woonden zij eerst in de Lepelstraat 38 I maar verhuisden in 1935 naar de Rapenburgerstraat 161. Op 30 Juli 1938 betrok de familie Augurk een woning in de Eerste Boerhaavestraat 13 II in Amsterdam-Oost.
Na het uitbreken van de oorlog maakte Jacob onder druk van de omstandigheden zelf een einde aan zijn leven; het politierapport van 15 Juli 1940 vermeldt, dat volgens zijn broer David, Jacob Augurk de laatste dagen met zelfmoordplannen rondliep, “daar hij met den politieken toestand voor de Joden het ergste vreesde” en heeft zichzelf door verdrinking van het leven beroofd. Jacob Augurk is daarna op de Joodse Begraafplaats in Diemen begraven.
Betje van Geldere trouwde opnieuw, nu met de broer van haar overleden man, David Augurk, die op 6 Januari 1893 geboren was. Betje had de zorg voor haar nog jonge kinderen van 7 en 9 jaar oud. David werkte eerst ook als loopjongen en loopknecht maar later als magazijnbediende. Toen David nog ongehuwd was,woonde hij behalve thuis in de Lepelstraat, later ook in bij zijn broer Jacob in de Rapenburgerstraat en in de Eerste Boerhaavestraat. Na de dood van zijn broer Jacob is David op 6 Augustus 1941 met Betje van Geldere getrouwd.
Op 27 Juli 1942 werden David Augurk, Betje Augurk-van Geldere en de kinderen Leendert en Sientje Katharina in Westerbork geregistreerd en op 31 Juli op transport gesteld naar Auschwitz. Dit transport met in totaal 1007 gedeporteerden, arriveerde in Auschwitz op 1 of 2 Augustus 1942. Na aankomst aldaar werden drie leden van het gezin Augurk al op 2 Augustus 1942 in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord, t.w. Betje Augurk-van Geldere en haar twee kinderen Leendert en Sientje Katharina.
David Augurk daarentegen werd bij aankomst in Auschwitz geselecteerd als dwangarbeider en werd in het kamp tewerkgesteld. De omstandigheden daar waren inhumaan en gevangenen leden onder de ontberingen. Hen was geen lang leven beschoren. Uit de overlijdensregisters van Auschwitz is komen vast te staan dat David Augurk al op 29 Augustus 1942 in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau werd vermoord. Dat was echter na de oorlog nog onbekend en het Ministerie van Justitie heeft toen de Gemeente Amsterdam opgedragen om een overlijdensakte voor David Augurk op te maken, waarin is vastgelegd dat hij in Auschwitz op 30 September 1942 is overleden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Leendert Augurk, Jacob Augurk en David Augurk, archiefkaarten van Betje van Geldere, Jacob Augurk en David Augurk; Amsterdams Politierapport betr. de zelfmoord van Jacob Augurk;website hetstenenarchief/graf Jacob Augurk; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van David Augurk, Betje Augurk- van Geldere, Leendert en Sientje Katharina Augurk; de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl;de website Memorial and Museum Auschwitz-Birkenau/Auschwitz prisoners/fate of David Augurk en de overlijdensakte van David Augurk nr. 577 opgemaakt te Amsterdam op 15 September 1950 uit het A-register 49 folio 98.