Max (1889) diende als onderofficier in het Duitse leger tijdens de eerste wereldoorlog en was drager van het IJzeren Kruis. Hij stierf ongehuwd op 10 oktober 1917 in het militair hospitaal in Bad Kissingen aan de gevolgen van gasvergiftiging na drie jaar de ontberingen van de oorlog te hebben doorstaan. Hij is bijgezet op de joodse begraafplaats in Lingen
Hermann (1901) sloot zich in de jaren twintig aan bij de Jehova’s Getuigen. Hij woonde in Hannover, Polen en tenslotte in Wenen. Daar stierf hij in 1930 na een lange en ernstige ziekte.
Regina (Rita) (1907) trouwde in 1932 in Amsterdam met koopman Albert van der Hoek. Ze woonden eerst in de Van Musshenbroekstraat 5 / I in Amsterdam, verhuisden naar Nieuwe Prinsengracht 14 en in 1939 naar Hilversum. Ze overleefden met hun dochter Auguste de bezetting. Na de bevrijding woonde het echtpaar van der Hoek weer lange tijd in Amsterdam. Rita stierf in 1995.