Verhaal

De familie van Gompel Polak en Bloeme van Kolm

Door: Astrid

Lidmaatschapskaart van Gompel Polak. Bron: archief van de Diamantbewerkersbond.

Het 1e kind van Meijer Polak en Clara Canes heette Gompel Polak. Tijdens zijn keuring voor de militaire dienst op 16 december 1902 werden er bij hem weliswaar lichamelijke gebreken geconstateerd, maar toch kwam hij per 19 mei 1903 bij het 7e Regiment Infanterie terecht. Zijn beroep was toen koopman. Op 1 augustus 1911 ging zijn diensttijd over naar de Landweer en per 31 december 1918 zat zijn verplichte diensttijd erop.

In de tussenliggende tijd is hij Bloeme van Kolm tegengekomen, waarmee hij op 21 januari 1903 in Amsterdam trouwde. Zijn beroep werd toen beschreven als kruier. Bloeme was de dochter van venter Coenraad van Kolm en pettenmaakster Sara van der Poorten uit Amsterdam. Haar ouders hebben eerst op verschillende adressen aan de St. Anthoniebreestraat gewoond en daarna woonden ze in verschillende straten in het hart van de Jodenbuurt. Bloeme werd geboren toen haar ouders aan de Batavierstraat 13 woonde.

De woonadressen van Gompel en Bloeme zijn met moeite te lezen op hun gezinskaart. Het is een reconstructie met vraagtekens, omdat er geen bevolkingsregistergegevens of onvoldoende woningkaarten kunnen worden gevonden om de gegevens te staven. Op 18 november 1904 woonden ze aan de Kromboomsloot 14 II hoog, en van daar verhuisden ze op 17 juli 1906 naar een volgend adres dat zich voordoet als de 2e Oosterparkstraat 152. Op een onbekende datum verhuisden ze naar de Jodenbreestraat 1 III hoog voor. Daarvan zijn woningkaarten gevonden en ook wat extra informatie.

De Jodenbreestraat 1 was vroeger het adres van een hoekpand op de kruising tussen de Jodenbreestraat en de Zwanenburgwal, met op de onderste verdieping de koosjere bakker “Aan de Sluis” van de weduwe J.M. Brugman. In de beeldbank van Amsterdam is een foto van april 1930 van dit pand gevonden, van een onbekende fotograaf (2e foto). Op de website van Joods Amsterdam is een beschrijving van dit adres gevonden. De huidige Jodenbreestraat 1 is nu het adres van het zogenoemde Gosler-huisje, aan de kade van de Oude Schans. Dat was vroeger een adres, behorend bij de (inmiddels gesloopte) Joden Houttuinen.

Behalve de familie van Gompel en Bloeme, woonde de moeder van Bloeme (als weduwe) met 2 van haar kinderen aan de Jodenbreestraat 1 vanaf 14 februari 1926. De oudste zoon van Gompel, Meijer, woonde hier eveneens en hij is op zekere datum intern verhuisd van III hoog voor naar IV hoog achter (ingang Zwanenburgwal).

Maar eerst ging de familie van Gompel en Bloeme naar België, zoals op de gezinskaart is te lezen. Op 7 juni 1909 vertrok Gompel naar Borgerhout, om twee weken later gevolgd te worden door zijn vrouw Bloeme met hun 2e zoon Coenraad en hun 3e zoon Benjamin. Meijer, hun oudste van dan 5 jaar, wordt bij deze gelegenheid op de kaart van de vader van Bloeme bijgeschreven. Hij blijft kennelijk in Amsterdam. Hoe lang de rest van de familie in Borgerhout bleef is volgens deze bron niet duidelijk, maar zoon Coenraad overleed op 4 juli 1911 in Amsterdam, en de volgende 2 zonen werden beiden ook in Amsterdam geboren. De familie is dus vanuit Borgerhout weer terug naar Amsterdam gekomen. Het laatst bekende woonadres van de familie is de President Brandstraat 44, I hoog, waar ze vanaf 27 januari 1934 vanuit de Jodenbreestraat 1 naartoe gingen.

De verhuizing naar Borgerhout heeft te maken met de beroepswissel van Gompel: van koopman werd hij diamantbewerker. In 1899 werd hij voor het eerst lid van de Amsterdamse Diamantbewerkersbond. Hij begon met de opleiding rond 1900 en werd in 1906 toegelaten tot vakgroep 2. Op zijn kaart staat ook aangegeven dat hij in juni 1909 naar Antwerpen vertrok en op 15 januari 1910 weer terugkeerde naar Amsterdam. Op 13 februari 1912 werd hij tenslotte lid van vakgroep 5 van de bond.

Van de 5 kinderen van Gompel en Bloeme (Meijer, Coenraad, Benjamin, een 2e Coenraad en Emanuel) heeft er slechts 1 de oorlog overleefd. Van Gompel is bekend dat hij op 16 september 1942 in Westerbork terecht kwam en 2 dagen later op transport ging naar Auschwitz, waar hij op 21 september 1942 is vermoord. Zijn vrouw Bloeme is op 25 maart 1943 in Westerbork aangekomen en op 30 maart 1943 op transport gezet. Zij is op 2 april 1943 in Sobibor omgekomen.

Gebaseerd op de indexen van het stadsarchief van Amsterdam en van het archief van de Diamantbewerkersbond, aangevuld met informatie van de websites wiewaswie.nl, oorlogslevens.nl en Joods Amsterdam.

Media bestand