Mijn moeder, Roelie Boog, kwam als klein meisje vaak bij de familie Krieker. Zij vertelde me dat 'oom Krieker' voorzanger was in de Liberaal-Joodse synagoge, maar vermoedelijk is dat niet correct of ik heb het verkeerd begrepen. Jaren geleden had ik die bijdrage, gedateerd 7 april 2016, aangeleverd, maar ze zou beter verwijderd worden.
Vlak voor haar overlijden in 2019 is het levensverhaal van Roelie Boog opgetekend. Hieruit een citaat: "In de Eemsstraat hadden we kennis gemaakt met de familie Krieker, zij woonde op nummer 231. De vrouw vroeg me: ‘Wil jij wel met mij een boodschap doen?’ en ik vroeg aan mijn moeder of dat mocht. Moeder keek ons na. Ze was een hele lieve vrouw en van die dag af ging ik zeker vijf keer in de week op bezoek. Al gauw noemde ik hen tante en oom Kriekra. De naam kon ik niet goed uitspreken. Omdat ik niet bij de bel kon, stond ik voor de deur en riep: ‘Tante Kriekra!’ Ik werd door hun Troeladiee genoemd.
Altijd was ik welkom. Elke vrijdag vierde ik bij hun de sabbat en zat dan bij haar op schoot. Het eten was voor mij onbekend en ik vond alles even lekker. Piccalilly heb ik voor het eerst bij hun gegeten. Na het eten gingen ze zingen. Oom Krieker was voorzanger in de synagoge. Ik ging verlegen naar de keuken de zwarte poes aaien en dan krabde Moortje mij." (Berg, W. van den, 2020. Opdat mensen het niet vergeten. Humanitas Zuid-Drenthe)