Joseph Rosenberg, roepnaam José, ook wel afgekort tot Jo, is op 21 februari 1934 in Amsterdam getrouwd met Sophie Hendler. Zij werd op 15 mei 1907 geboren in Wenen. Op 20 december 1935 is zij tot Nederlandse genaturaliseerd. Het paar woonde aanvankelijk op Thorbeckeplein 7 in Amsterdam, later op Amstel 126 aldaar. Van 1 januari 1940 tot 31 oktober 1942 woonden het echtpaar, dat kinderloos bleef, op Harstenhoekweg 21 in Scheveningen. Aansluitend zijn zij samen met Josephs moeder Jennij Rosenberg-van Bienen, ondergedoken bij Wilhelmina Blok op de Arnhemseweg 4 in Otterlo. Dat de broer van de tweede echtgenoot van Jennij’s dochter Helena, Gerard Wilhelm Michels, in Otterlo bij de politie werkzaam was, daar vermoedelijk niet vreemd aan. Op 25 januari 1944 zijn moeder en zoon daar opgepakt terwijl Sophie op onbekende manier aan de aanhouding heeft weten te ontkomen. Wat tot hun arrestatie door de Haagse SD heeft geleid, is onbekend. Mogelijk heeft degene die zorgde voor de aanhouding van de drie leden van het gezin Van Veen-Kahn op dezelfde dag eveneens in Otterlo, geweten dat de beide gezinnen elkaar kenden omdat ze in Scheveningen dicht bij elkaar woonden. Sophie is toen ondergedoken bij H.C. van Dorsen aan de Hoenderloseweg 8 in Otterlo. Sophie heeft de oorlog overleefd. Na de oorlog werkte zij onder de gewijzigde voornaam Sonja tot aan haar pensionering bij de Centrale Directie van het Ministerie van Volksgezondheid en Cultuur in Den Haag. Sonja is niet meer getrouwd. Zij was geen onverdienstelijk schilderes die haar werk bij diverse Haagse galeries exposeerde. Haar pogingen om de kostbare viool van haar echtgenoot die bij diens aanhouding in beslag is genomen, terug te krijgen, zijn op niets uitgelopen. Sonja overleed op 1 november 1991 in Voorburg.
Verhaal