De 3e zoon van Mozes Polak en Mietje Visser was Meijer Polak. Van hem is alleen een archiefkaart in het stadsarchief van Amsterdam gevonden. We weten dus niet hoe zijn militaire dienst is verlopen. Op zijn archiefkaart is vermeld dat hij kleermaker was.
Op 8 april 1942 trouwde hij in Amsterdam met Sara Aron à Cohen uit Amsterdam. Zij was kleermaakster van beroep en ze was een volle nicht van Meijer van moederszijde. Sara's moeder Flora Visser, was de zus van de moeder van Meijer. De vader van Sara, Aron à Cohen, was sigarenmaker van beroep.
Sara was eerder getrouwd geweest met venter Louis de Valença. Hij was de zoon van sigarenmaker en diamantversteller Jacob de Valença en Goedje of Gitele Batavier. Na hun trouwdag woonden ze aan de Vrolikstraat 112 I hoog en daar werd hun dochter Gonda geboren op 5 januari 1931. Louis is echter niet oud geworden. Hij overleed op 35-jarige leeftijd, ongeveer een jaar na de geboorte van zijn dochter.
Toen Meijer Polak daarna met Sara trouwde zorgde hij voor Sara en haar dochter. Na hun trouwdag woonden ze aan de Lepelstraat 50 II hoog en dit is hun laatstbekende woonadres.
Op 26 mei 1943 kwamen Meijer, Sara en Gonda in barak 61 van Westerbork aan. Op 1 juni 1943 zijn ze op transport gezet naar Sobibor, waar zij 3 dagen later zijn omgebracht. Gonda was nog maar 13 jaar oud.
Gebaseerd op de indexen van het stadsarchief van Amsterdam en informatie van de websites Delpher en oorlogsbronnen.