Biografie

Over Benvenida Rodrigues Parreira en haar man Benjamin de la Penha.

Benvenida Rodrigues Parreira was de jongste van de zes kinderen van Abraham Rodrigues Parreira en Jetje Brandon. Zij was geboren in Amsterdam op 10 Juli 1914 en was naaister van beroep. Zij trouwde op 15 December 1937 met Benjamin de la Penha, een zoon van Hartog de la Penha en Lea Pais, en hij was geboren op 1 Februari 1911 in Amsterdam.

Benjamin werkte als  magazijnbediende, kleermaker, perser en was ook winkelier in chocolade geweest. Na 1941 kwam hij via de Joodse Raad en de JVvVV te werken bij de schoonmaakdienst van de Joodsche Invalide op het Weesperplein in Amsterdam, net als zijn zwager en buurman Aäron Rodrigues Parreira, die destijds in de Graaf Florisstraat 19 1e etage woonden. Het echtpaar De la Penha had geen kinderen.

Al vanaf Augustus 1932 woonde Benjamin de la Penha niet meer thuis bij zijn ouders, broers en zussen maar woonde hij in bij Abraham Rodrigues Parreira en zijn gezin in de Weesperstraat 73. Met de verhuizingen van de Rodrigues Parreira familie van Weesperstraat 73 naar de Vrolikstraat 77 in Augustus 1933, Roetersstraat 3a in November 1934 en de Lepelstraat 62 in October 1935, verhuisde Benjamin de la Penha steeds mee, totdat hij met zijn vrouw Benvenida, een dochter des huizes, met wie hij in December getrouwd was, op 17 December 1937 een eigen woning betrok op het Krugerplein 5hs in Amsterdam-Oost. Op 20 April 1938 verhuisden Benjamin en Benvenida nogmaals, nu naar de Graaf Florisstraat 21 II, gelegen tussen de Wibautstraat en Weesperzijde. 

Uit de registratiekaarten van Benvenida en Benjamin van de Joodse Raad blijkt dat zij al op 17 Juli 1942 door de Joodse Raad voorlopig vrijgesteld van deportatie, vermoedelijk omdat zij behoorden tot de P.I.G., de Portugees Israelitische Gemeente. Want in  de Tweede Wereldoorlog trachtten  Portugese Joden door hun Portugese afkomst te benadrukken een plaats op Portugezen- en emigratielijsten te bemachtigen om zo deportatie te voorkomen. Door middel van uitgebreid stamboom- en wetenschappelijk onderzoek probeerden de Portugese Joden aan te tonen dat zij tot het mediterrane en niet tot het Joodse ras behoorden. Hun Joodse identiteit zou enkel op religie gebaseerd zijn. (bron Lydia Hagoort in het Historisch Nieuwsblad 10/2005.

Benjamin de la Penha werd bovendien door de Joodse Raad toegevoegd aan de JVvVV, de Joodse Vereniging voor Verzorging en Verpleging en zo kon hij als schoonmaker toetreden tot de schoonmaakdienst van de Joodsche Invalide en was daardoor formeel “gesperrt bis auf weiteres”, met met legitimatie Z-1507. Daardoor was ook zijn vrouw Benvenida Rodrigues Parreira  voorlopig vrijgesteld van deportatie. Zij kregen de Sperre nummers 92089 en 92090 in de serie 80-100.000 de eigenlijke Joodse Raad stempels, welke ook in hun persoonsbewijzen werden gestempeld.

Toch werden Benjamin en Benvenida op 6 Mei 1943 gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork, waar beiden in barak 55 terecht kwamen in afwachting van hun deportatie. Die volgde op 11 Mei met het 11e transport naar Sobibor met in totaal 1446 gedeporteerden. Bij aankomst op 14 Mei 1943 werden Benjamin de la Penha en Benvenida Rodrigues Parreira onmiddellijk in de gaskamers vermoord.

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Abraham Rodrigues Parreira, Hartog de la Penha en Benjamin de la Penha; archiefkaarten van Benvenida Rodrigues Parreira en Benjamin de la Penha; woningkaart Amsterdam/Weesperstraat 73; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Benvenida de la Penha-Rodrigues Parreira en Benjamin de la Penha en de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl.

Alle rechten voorbehouden