Addition

Philippus van de Rhoer en Johanna Cohen

By: Jans

Philippusvan de Rhoer trouwde met zijn nicht Johanna Cohen. Ze vestigden zich in Meppel. Hij was veehandelaar en slager.
Hun dochtertje Vogeliena overleed in Groningen. Een bediende in het kinderziekenhuis (Jacob Groenewolt), deed daar aangifte.

Simon is in Groningen geboren terwijl beide ouders officieel in Meppel woonden.
Moeder Johanna overleed op het adres Prins Hendrikstraat 38 in Meppel. Simon was toen nog maar 5 jaar oud.
7 dagen na Johanna’s overlijden (1920)  verhuisden haar ouders van Groningen naar Meppel. Ze verkasten daar verschillende keren. Op het laatste adres, Emmastraat 48, heeft kleinzoon Simon ook gewoond. 
Veel later trok Philippus in bij Hinderina, de zus van zijn vrouw, die sinds 1926 gescheiden was. (1-3-9). Ze woonde op Keizersgracht 52 in Meppel.  

Aan het begin van de oorlog werkte Philippus niet meer. Op 31 juli 1942 werd hij tewerkgesteld in het kamp te Vledder. Van daar werd hij eind september naar Westerbork gebracht en op 5 oktober tezamen met 2011 andere joden afgevoerd naar Auschwitz en na aankomst vergast.
Simon was kantoorbediende in Groningen toen hij is opgepakt door de bezetter. Hij kwam om in Ludwigsdorf, een plaatsje in Duitsland ten oosten van Dresden. Het was een sub-kamp van het beruchte werkkamp Gross-Rosen waar de gevangen bij gebrek aan voedsel het zware regiem eerder weken dan maanden overleefden.

Huisgenote en schoonzuster en nicht Hinderina Cohen lag met kanker in het ziekenhuis toen de Meppeler joden op 3 oktober werden opgehaald. Eind 1942 mocht ze vanwege haar ziekte van de Sicherheitspolizei daar blijven. Maar in maart 1943 werd de doodzieke Hendrina toch nog uit het ziekenhuis gehaald en naar Westerbork gebracht. Op 17 maart ging ze met 963 andere joden op transport naar Sobibor. Op het laatste moment was zij aan een transport toegevoegd (als ‘Nachtrag zum normalen Transport’) om drie dagen later te worden vergast.