Hijman Hakker, etaleur van beroep en een zoon van Nathan Hakker en Esther Schelvis, was geboren op 1 Mei 1909 in Amsterdam. Hij trouwde daar op 27 November 1929 met Dina Walvis, een dochter van Michel Walvis en Duifje Kat. Dina was geboren op 11 Maart 1910 in Amsterdam en was de oudste van de vier kinderen van Michel en Duifje.
Nadat Hijman in het huwelijk getreden was met Dina Walvis, trok hij in bij zijn schoonmoeder en weduwe Duifje Kat, die toen in de Ben Viljoenstraat 3 in Amsterdam-Oost woonde. In Januari 1930 verhuisden Hijman en Dina naar de Moddermolensteeg 7 en trokken daar in bij vader c.q. schoonvader Nathan Hakker en zijn gezin. Daar werd op 21 April 1930 hun eerste dochter Esther geboren. Op 20 Juni 1930 betrokken Hijman en Dina een woning in de Ben Viljoenstraat 10, waar hun enige zoon Michel geboren werd op 3 November 1933.
Het gezin Hakker bleef tot April 1936 in de Ben Viljoenstraat 10 wonen, maar verhuisde op 8 April van dat jaar naar de Reitzstraat 8, waar op 17 December 1938 Dora Sientje, en op 21 Juli 1940 Eva Hakker werden geboren.
Na een oproep voor de werkverruiming, werd Hijman Hakker op 24 April 1942 naar het Joodse werkkamp Conrad gestuurd. Het kamp was gelegen in de provincie Overijssel nabij Staphorst. Maar op 2 October van dat jaar arriveerden ruim 10 SS-ers in het kamp en de volgende ochtend, Zaterdag 3 October om zeven uur werden alle Joodse mannen uit het kamp via Meppel naar Westerbork gestuurd. In het kader van de z.g. gezinshereniging, werden ook Dina met haar vier kinderen naar Westernbork overgebracht, opdat zij gezamenlijk als gezin naar Auschwitz konden worden gedeporteerd.
Deportatie volgde al op 5 September 1942, toen Hijman Hakker, zijn vrouw Dina Hakker-Walvis en hun kinderen Esther, Michel, Dora Sientje en Eva op transport werden gesteld naar het Oosten. Dit transport, met ruim 2010 personen was de eerste doorsturing van 10.000 Joodse personen uit de geliquideerde Joodse werkkampen. Maar de deportatietrein maakte ook nog een tussenstop in Cosel, een plaats gelegen ±80 km westelijk van Auschwitz.
Tijdens die stop werden 550 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar gedwongen om de trein te verlaten – zij werden met geweld van hun families gescheiden en als dwangarbeiders tewerkgesteld in de omliggende werkkampen van Opper Silezië. Hoogst waarschijnlijk behoorde ook Hijman Hakker tot die groep.
Echter degenen die in de trein achterbleven werden verder naar Auschwitz vervoerd om daar te worden vermoord. Daarbij hoorde ook Dina Hakker-Walvis met haar vier kinderen. Zij werden bij aankomst op 8 October 1942 direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vergast.
Hijman Hakker werd hoogst waarschijnlijk als dwangarbeider in een van de werkkampen in Opper Silezië tewerkgesteld. Uit de Arolson archieven zou afgeleid kunnen worden, dat hij toen in het Arbeits Kommando Blechhammer terecht gekomen is. Blechhammer, het grootste sub-kamp van het Auschwitz-complex, was onderdeel van het concentratiekamp Auschwitz III (Monowitz), waar de Oberschlesische Hydrierwerke uit steenkool benzine vervaardigde.
Hijman Hakker zou in het kommando 21, Kraftwerk, zijn tewerkgesteld, waar hij op enig moment betrapt werd op het bezit van 20 sigaretten en een ijzeren ring waar hij een monogram in zou graveren. Beide waren “overtredingen”; Hijman werd gerapporteerd en de Lagerkommandant werd gevraagd om “een passende bestraffing”.
Een ander document uit de Arolson archieven toont aan dat Hijman Hakker op 1 April 1944 in het KL Auschwitz werd ingeschreven. Vervolgens is het vrij zeker dat Hijman Hakker één van de velen was die tijdens de z.g. “eindperiode” vanuit het Auschwitz-complex en/of de omliggende kampen “geëvacueerd” werden met de z.g. "evacuatietransporten" naar andere kampen.
Zo vertrok op 21 Januari 1945 een “evacuatietransport” vanuit Blechhammer te voet met eindbestemming Gross Rosen. De route verliep via Neustadt, Frankenstein, Stansee, Schweidnitz en Reichenau, met Gross Rosen als eindbestemming, maar waar slechts een deel van het transport is aangekomen op 2 Februari 1945.
Velen zijn bezweken tijdens die z.g.”dodenmarsen” en ook Hijman Hakker heeft het niet gehaald. Onbekend is waar en hoe Hijman om het leven is gekomen maar de Nederlandse Autoriteiten hebben na de oorlog vastgesteld, mede op basis van onderzoek en getuigenissen van overlevenden, dat Hijman Hakker op 27 Januari 1945 in Midden Europa is overleden.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Nathan Hakker (1887) en Hijman Hakker (1909), archiefkaarten van Hijman Hakker en Dina Walvis; website Joodse Werkkampen/Conrad; het archief van de Joodsche Raad, registratiekaarten van Hijman Hakker, Dina Hakker-Walvis en hun kinderen Esther, Michel, Dora Sientje en Eva Hakker; Website ITS Arolson; Overlijdensakte Hijman Hakker nr. 415, opgemaakt te Amsterdam op 27 Juni 1952 uit A-register 96-folio 71v; website Museum & Memorial Auschwitz-Birkenau/Auschwitz prisoners/Hijman Hakker; Rode Kruis publicatie uit 1952- Auschwitz deel VI – afvoer en evacuatietransporten vanuit het Auschwitzcomplex – o.a. blz. 15 en 16 e.v. en bijlage V en de Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl.