Isaac Sierles werd geboren in de Vrolikstraat 269 in Amsterdam, waar zijn ouders Meijer Sierles en Jansje Kleerekoper inwoonden bij een ander Joods gezin, de familie Zegerius. Isaac had een oudere zus, Catharina, en een jonger broertje, Machiel. Vader Meijer was vanaf 1924 marktkoopman in ʻongeregelde goederenʼ en had een kraam op het Waterlooplein. Hij haalde zijn spullen hoofdzakelijk uit Duitsland, maar toen de aanvoer tijdens de crisisjaren minder werd, kon hij geen koopjes meer aanbieden en moest hij een beroep doen op de Steun. ‘Zoals het gezin werd aangetroffen is spoedig hulpgeven gewenst’, schreven ambtenaren van het Steunkantoor in 1932‘. Men heeft geen eten meer in huis en bij de bakker heeft men schuld.’ In 1936 ging het ook weer even mis, maar toen vond vader Meijer een oplossing: hij verhuurde zijn bijzonder goede standplaats op het Waterlooplein onder aan andere kooplui. Dat was officieel niet toegestaan en heette in markttermen een ‘portie’.

Isaac groeide op in de Nieuwmarktbuurt. Hij volgde lager onderwijs op een van de buurtscholen en ging daarna als arbeider aan de slag bij Jerozolimski Papierwarenfabriek, eigendom van een Joodse man die Polen was ontvlucht. Isaacs broer Machiel werkte als suikerwerker en zijn zusje was naaister. Samen leverden de kinderen een stabiele bijdrage aan het gezinsinkomen.

Vanaf september 1937 woonde het gezin in de
Sint Antoniesbreestraat. Op zondag 23 februari 1941 werd de jonge Isaac bij de razzia opgepakt. Hij woonde op nog geen vijftig meter van de brug naar het Waterlooplein, waarop de gewapende Duitse politie zich geposteerd had om Joodse jonge mannen op te pakken als ze de vraag ‘Bist du Jude?’ positief beantwoordden. Samen met honderden mannen werd Isaac naar kamp Schoorl overgebracht. Op 27 februari werd de groep per trein naar Buchenwald gedeporteerd en op 22 mei doorgestuurd naar Mauthausen. In dat kamp kwam Isaac, 19 jaar oud, op
12 oktober 1941 om het leven.

Isaacs moeder Jansje en zijn zus Catharina werden in november 1942 in Auschwitz vermoord, broer Machiel verloor het leven in maart 1943 ergens in ‘Midden-Europa’. Het lot van zijn vader Meijer is enigszins onduidelijk. Hij kwam tussen 3 en 5 oktober 1942 in Westerbork aan, het weekend dat de werkkampen waren leeggehaald. Zijn Rode Kruiskaart vermeldt 12 november 1942 als transportdatum naar Auschwitz, maar die dag vertrok er geen trein naar het oosten. Mogelijk ging hij een maand eerder, op
12 oktober. Zijn dood wordt nergens bevestigd, ook in de Yad Vashem database komt zijn naam niet voor.

Isaac Sierles woonde in de Sint Antoniesbreestraat, op nog geen vijftig meter van de brug naar het Waterlooplein. Op de brug had de gewapende Duitse politie zich geposteerd om Joodse jongemannen op te pakken. Twee weken voor zijn twintigste verjaardag vond hij de dood in kamp Mauthausen.
Registratiekaart uit Buchenwald, Arolsen Archives