Szlama Josef Klajman (eigenlijk Kleinman) was een zoon van Aaron Usher Kleinman en Chaja Tochterman. Hij had een broer, Charles (1922), en twee zusjes Fajga (Marie genoemd) (1923) en Dina (1929). Het gezin kwam in 1927 vanuit Polen naar Nederland. Ze wilden hier tijdelijk blijven om daarna door naar Amerika te reizen, maar het leven in Nederland beviel en ze besloten in Rotterdam te blijven.
Het gezin was orthodox-Joods en de voertaal thuis was Jiddisch. Vader Aaron werkt eerst voor de lokale Pools-Joodse gemeenschap als sjochet en voorzanger, later verkoopt hij tweedehands kleding op de markt. In 1940 heeft het gezin inmiddels twee goedlopende zake, die echter bij het bombardement beiden uitbranden. Ook het huis wordt geraakt: moeder Chaja kan nog net een koffertje met spaargeld redden, verder zijn ze alles kwijt.
Ze vinden een etage en beginnen weer opnieuw. De ouders spreken over vluchten, maar zien geen mogelijkheid. Als Joodse kinderen niet meer naar niet-Joodse scholen mogen, willen ze hun jongste dochter Dina niet naar de Joodse school laten gaan: ze zijn bang dat de kinderen daar zullen worden weggehaald.
In 1942 krijgen de oudste zoons Josef en Charles een oproep. Ze willen gaan: het lijkt hen een avontuur, al hun vrienden gaan ook en ze willen hun muziekinstrumenten meenemen, maar vader Aaron verbiedt het en laat hen vanaf dat moment in een pension vlakbij overnachten, zodat ze niet van huis kunnen worden gehaald. Tijdens een razzia op straat wordt Josef alsnog gearresteerd en naar Westerbork gestuurd. Hij weet te ontsnappen en keert terug naar Rotterdam, maar niet veel later wordt hij verraden door de pensionhouder. Hij wordt opnieuw gearresteerd en ditmaal gedeporteerd naar Auschwitz.
Josef's ouders, broer en zusjes duiken onder en overleven de oorlog.