David was een zoon van de slager Jacob Weijel en Betje Woudstra. Zijn ouders hadden in Enschede al sinds 1904 een goedlopende slagerij aan de Emmastraat 10 dat later werd verplaatst naar een in 1926 nieuw gebouwd pand ernaast op nr 8a. Jacob had inmiddels het blok van vier woningen met zijn slagerij en het daarnaast liggend leeg perceel kunnen kopen. De oude winkel en woningen werden verhuurd.
In juli 1940 schreef David zich bij de toenmalige Kamer van Koophandel in als Veehandelaar en grossier in vlees op het adres van zijn ouders, doss. nr 12.291. Op dat moment leek alles blijkbaar nog "normaal" en hij had zijn leven nog voor zich om in de voetsporen van zijn vader te treden. Lang heeft hij van zijn nieuwe onderneming niet kunnen genieten. Hij werd tijdens een razzia opgepakt en overleed aan een longontsteking in het kamp.