Hijman van West was een zoon van David van West en Keetje Cohen. Hij was geboren op 29 Augustus 1890 in Amsterdam en was sigarenmaker van beroep. In de jaren 1941 was hij geregistreerd als venter van groente. Hijman trouwde op 28 Maart 1913 met Feikje Speijer, een dochter van Mozes Speijer en Sara Halberstadt. Feikje was geboren in Amsterdam op 11 Augustus 1888 en werkte voor haar huwelijk als kantoorbediende.
Nadat het huwelijk was gesloten in 1913 woonde het echtpaar Van West-Speijer in de Blasiusstraat 106, maar verhuisden op 23 September 1930 naar de President Brandstraat 48 I in de Transvaalbuurt van Amsterdam-Oost. Ook Hijman’s schoonvader Mozes Speijer woonde sindsdien bij hen in. Inmiddels was op 25 Mei 1914 hun dochter Keetje geboren en op 13 Juni 1919 volgde zoon Mozes.
Hun zoon Mozes van West werkte als kantoorbediende; hij was boekhoudere en stenotypist en qua opleiding bezat hij zijn einddiploma 4-jaar MULO en het praktijkdiploma boekhouden. Na registratie bij de Joodse Raad in 1941, kreeg hij op 24 Juli 1942 hij een baantje als jeugdleider buitenschoolse jeugdzorg in de Tulpstraat 17. Daarvoor kreeg hij een legitimatiebewijs van de Raad met nr. 2944.
Mozes van West heeft uiteindelijk de Holocaust overleefd. Uit de notities op zijn registratiekaart van de Joodse Raad is het echter niet duidelijk geworden, of hij in Westerbork is geweest, of dat hij tijdig heeft weten onder te duiken. Na de oorlog, in Juli 1945 woonde hij in de Ruyschstraat 34 III en op 29 Augustus 1945 trad hij in het huwelijk met Jeannette Broekman, met wie hij een dochter kreeg.
Of zijn baantje bij de Joodse Raad van invloed geweest is op het tijdstip dat zijn moeder Feikje en zus Keetje werden opgepakt is niet duidelijk en niet af te leiden van zijn en hun registratiekaarten. Feit is dat Keetje van West op 24 Juli 1943 met andere “zieken” van Amsterdam naar Westerbork werd afgevoerd en bij aankomst terechtkwam in ziekenbarak 81.
Haar moeder Feikje van West-Speijer werd diezelfde datum eveneens naar Westerbork afgevoerd waar zij echter in barak 65 terecht kwam. Beiden werden op 24 Augustus 1943 gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij bij aankomst op 27 Augustus 1943 werden vermoord in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau.
Hijman van West heeft dit alles niet meer meegemaakt. Hij kwam al ten tijde van grootscheepse razzia’s die de Duitsers begin October 1942 hadden georganiseerd, tussen 3 en 5 October 1942 in Westerbork terecht, waarbij het niet duidelijk is of Hijman vooraf misschien was opgeroepen zich te melden in één van de Joodse werkkampen in Noord Nederland. Alle Joodse werkkampen werden op 3 October 1942 door de Duitsers geliquideerd en alle Joodse dwangarbeiders werden toen afgevoerd naar Westerbork, waar het door beide gebeurtenissen een grote chaos was.
De 52-jarige Hijman van West werd drie weken later, op 23 October 1942 op transport gesteld naar Auschwitz en bij aankomst aldaar op 26 October 1942 direct in de gaskamers omgebracht.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Hijman van West; archiefkaarten van Hijman van West, Feikje Speijer, Keetje en Mozes van West; Woningkaart Amsterdam/President Brandstraat 48; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Hijman van West, Feikje Speijer, Keetje en Mozes van West en het archief van het Rode Kruis, transportlijst 24-07-1943 Amsterdam-Westerbork pagina I/ziekenhuis met nr. Keetje van West naar barak 81 en op pagina 6 met nr. 278 Feikje van West-Speijer naar barak 65.