Verhaal

Hartog Porcelijn

Door: Arthur Keur

Hartog Porcelijn werd op 23 november 1914 geboren te Amsterdam.

Zijn vader, Jacob Porcelijn (11-05-1890 tot 28-05-1943, Sobibor) was diamantslijper bij Asscher in de Tolstraat te Amsterdam. 

Zijn moeder, Jansje Vreeland (30-10-1892 tot 28-05-1943, Sobibor)  was huisvrouw.

Op 3 januari 1940 trouwde hij met Froukje Schuurmans te Amsterdam. Hij was op dat moment 25 jaar en zij 21 jaar. Het echtpaar is gaan wonen in de Vrolikstaat 235 te Amsterdam. Later zijn zij verhuisd naar de Marcusstraat 15 te Amsterdam. Hartog is in 1942 ondergedoken, waarschijnlijk op de Herengracht 554, dit pand was toen in bezit (of werd gehuurd) door uitgever Strengholt. Hartog is op 20-06-1944 opgepakt. Via de gevangenis aan het Kleine Gartman Plantsoen te Amsterdam is hij naar Westerbork gedeporteerd. Op 20 juli werd hij daar ondergebracht in strafbarak 67. Daar is hij op 3 september 1944 op transport gesteld naar Auschwitz. Dit was tevens het laatste transport dat uit Westerbork is vertrokken. In dit transport zaten ook Anne Frank en haar gehele familie.

Twee dagen later, op 5 september 1944, zijn de treinen in Auschwitz aangekomen. In totaal zaten er 1019 personen in het transport: 498 mannen, 442 vrouwen en 79 kinderen.

Na selectie op het station, werden er 258 mannen fit genoeg bevonden voor arbeid, de rest van de mannen is direct naar de gaskamers afgevoerd. De overblijvend mannen kregen de nummers B-9108 tot B-9365 toegewezen. Ook de vader van Anne Frank, Otto, zat bij de overlevenden. Hartog kreeg het nummer B-9174. 

Hartog werd op 21 november vanuit Konzentrationlager Stutthof binnengebracht in KZ Natzweiler. Daar werd hij geplaatst in het Aussenkommando Echterdingen (een vliegveld). Hij was geregistreerd onder nummer Haftling 43.313. Wat hij daar precies voor werk moest verrichten is onduidelijk. Hij is er op 04-12-1944 overleden  en later begraven in Bernhausen.