Abraham Bernard Dobrowitsky, het 3e kind van Joseph Dobrowitsky en Heintje Michel was geboren op 1 December 1914 in Amsterdam. Hij heeft indertijd gewerkt als verkoper, vertegenwoordiger en als timmerman. Hij was ongehuwd en woonde vanaf de zomer 1936 met zijn moeder en twee zussen op de 3e etage van de Slaakstraat 8.
Op de 2e etage woonde Jozeph Fritz, waar, nadat zij gescheiden was van Abraham Hilsum, de 30-jarige Olga Cohen in October 1941 kwam inwonen en daarmee de buurvrouw werd van de toen nog 26-jarige Abraham Bernard Dobrowitsky. Olga en Abraham zullen ongetwijfeld kennisgemaakt hebben met elkaar.
Olga Cohen was geboren op 29 Augustus 1911 in Watergraafsmeer als dochter van Mozes Cohen en Adele Hertog. Zij trouwde op 3.1 Juli 1935 met Abraham Hilsum, godsdienstleraar, van wie zij officieel op 2 Februari 1942 is gescheiden.
Abraham Bernard en Olga werden beiden in de zomer van 1942 opgeroepen zich te melden in Kamp Westerbork, waarbij zij zich zeer waarschijnlijk hebben voorgedaan als echtpaar, terwijl er van een huwelijk tussen de gescheiden Olga Cohen en Abraham Bernard Dobrowitsky géén sprake bleek te zijn. Toch werd Olga als gehuwde vrouw, Olga Dobrowitsky-Cohen, vermeld op haar handgeschreven Joodse Raadkaart.
En daardoor, in de hoop samen te kunnen blijven, werden beiden op transport gesteld op 31 Augustus 1942 naar Auschwitz; dat was met het tweede Cosel transport met in totaal 560 gedeporteerden, waarvan in Cosel, gelegen ± 80 km westelijk van Auschwitz, 200 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar gedwongen werden om de trein te verlaten.
Zij, die in de trein achterbleven, waaronder ook zijn buurvrouw Olga Cohen, werden verder naar Auschwitz vervoerd waarbij de meesten bij aankomst direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau werden vermoord. Echter niet Olga Cohen, die in Auschwitz nog als Olga Dobrowitsky werd geregistreerd en die volgens de z.g. “Sterbebücher” van Auschwitz daar op 19 September 1942 werd vermoord.
De jongens en mannen dit in Cosel uit de trein moesten verlaten, werden vervolgens tewerkgesteld in de omliggende werkkampen in Neder- en Opper Silezië. Uit naoorlogs onderzoek is gebleken dat van het transport van 31 Augustus 1942, 200 door de Duitsers voor arbeid geschikte aangewezen jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar in Cosel hebben moeten uitstappen.
Zij zijn vervolgens doorgestuurd naar het doorgangskamp Niederkirch, vandaar naar Fürstengrube (kolenmijnen), Graditz, en andere plaatsen in het ressort Gross Rosen, en tenslotte naar Langenbielau (Sportschule Reichenbach).
Wat precies het lot is geweest van Abraham Bernard Dobrowitsky kon niet met zekerheid worden vastgesteld. Zie daarvoor ook het verhaal “Méér over het transport van 31 Augustus 1942”.
De eindconclusie moet echter wél zijn, tenzij in individuele gevallen anders blijkt en met inachtneming overigens van de gestelde algemene conclusies als gesteld in de publicatie Auschwitz III, dat de in Cosel uitgestapte mannen van het transport van 31 Augustus 1942 moeten worden geacht te zijn overleden: na 3 September 1942, doch uiterlijk 31 Maart 1944 in Fürstengrube (Opper-Silezië,Polen) of in een der arbeidskampen in Neder-Silezië (Polen).
Het Ministerie van Justitie in Nederland heeft na de oorlog de conclusies van de onderzoeken van het Rode Kruis overgenomen, waarop de gemeente Amsterdam opdracht kreeg een akte van overlijden op te maken voor Abraham Bernard Dobrowitsky, waarin is vastgelegd dat hij op 31 Maart 1944 in Midden Europa is overleden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Abraham Bernard Dobrowitsky, Olga Cohen en Abraham Hilsum; het Archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Abraham Bernard Dobrowitsky en Olga Cohen; de Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl/31 Augustus 1942; website Museum & Memoriam Auschwitz-Birkenau/prisoners/Olga Dobrowitsky; het Archief van het Rode Kruis/Publicatie Auschwitz III - de Cosel periode -/conclusies betreffende het transport 31 Augustus 1942 vanuit Westerbork; het Amsterdams overlijdensregister jaar 1947/overlijdensakte 481 opgemaakt te Amsterdam op 28 November 1947 voor Olga "Dobrowitsky"-Cohen en de akte van overlijden voor Abraham Bernard Dobrowitsky nr. 444 opgemaakt te Amsterdam op 18 Januari 1952/A-register 92-folio 75verso.