Mozes Verdoner, diamantbewerker van beroep en een zoon van Meijer Verdoner en Schoontje Glasoog, trouwde op 14 October 1909 in Amsterdam met Rebecca Ritmeester. Zij was daar geboren op 4 Juli 1885 en Mozes op 8 April 1881.
Nadat het huwelijk in 1909 was gesloten, woonden Mozes en Rebecca in de Tweede Jan Steenstraat 90 II. Twee jaar later volgde de eerste van een zevental verhuizingen totdat zij op 18 October 1938 kwamen te wonen in de Tweede Boerhaavestraat 53 I in Amsterdam-Oost, wat tevens hun laatst bekende adres in Nederland zou gaan worden.
Mozes en Rebecca kregen drie kinderen, t.w. Jacob in Augustus 1910, Meijer in April 1914 en Rachel in October 1916. Rachel heeft de oorlog overleefd, net als haar broer Jacob, die als 29-jarige op 5 Juni 1940 trouwde met de 24-jarige Dina Wegloop, een dochter van Salomon Wegloop en Sara Peeper. Zij woonden na de huwelijkssluiting tot November 1940 in de Holendrechtstraat 42 hs en daarna op de Tugelaweg 1 2e etage in Amsterdam-Oost. Beiden overleefden de oorlog en zijn in de negentiger jaren in Amsterdam overleden.
Van Rachel Verdoner is verder niets bekend. Uit de Amsterdamse archieven is alleen bekend dat zij op 26 Juli 1943 in het Bevolkingsregister is geregistreerd als V.O.W. – Vertrokken, Onbekend, Waarheen. Niet onmogelijk is dat Rachel al eerder "naar onbekende bestemming" is vertrokken, doorgaans een eufemisme voor onderduik.
Meijer was een enige van de drie kinderen Verdoner, die slachtoffer van de nazis werd. Meijer, de middelste van de drie, was van beroep reizend etaleur. Hij was ongehuwd en woonde thuis bij zijn ouders in de Tweede Boerhaavestraat 53 I in Amsterdam. Zijn vader, Mozes Verdoner overleed daar op 23 Augustus 1942 en heeft de deportaties niet meer mee hoeven maken. Meijer bleef samen met zijn moeder Rebecca Ritmeester en zus Rachel achter, waar Meijer en zijn moeder op 20 April 1943 gearresteerd werden en afgevoerd naar Westerbork.
Rebecca Verdoner-Ritmeester kwam daar terecht in barak 65; deze voormalige vrouwenbarak stond ook bekend als strafbarak. Zij werd samen met haar zoon Meijer Verdoner op 27 April 1943 op transport gesteld naar Sobibor. Uit de transportlijsten van die datum is gebleken dat zij géén “Häftlinge” (gevangenen/strafgevallen) waren, noch een “aanvulling” op het “normale” transport dan wel van het z.g. “straftransport”. Alle 1204 slachtoffers die op 30 April 1943 in Sobibor aangekomen zijn, waaronder Rebecca Vedoner-Ritmeester en haar zoon Meijer Verdoner, werden diezelfde dag nog in de gaskamers vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten Meijer Verdoner (1848) en Mozes Verdoner (1881); archiefkaarten van Mozes Verdoner, Rebecca Ritmeester, Meijer Verdoner, Jacob Verdoner, Rachel Verdoner en Dina Wegloop; woningkaart Amsterdam/Holendrechtstraat 42/Jacob Verdoner; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Rebecca Verdoner-Ritmeester, Meijer Verdoner, Jacob Verdoner, Dina Verdoner-Wegloop en Rachel Verdoner; Overlijdensakte nr. 531 d.d. 23 Augustus 1942 uit Amsterdam voor Mozes Verdoner, jaar 1942- boek 10-folio 89verso en de Wikipedia website Jodenstransporten vanuit Nederland.nl en de Transportlijst van 27 April 1943 zoals gepubliceerd in het boek Vernietigingskamp Sobibor van Jules Schelvis.