Poppen, beren en ander speelgoed hebben kinderen vaak de oorlog door geholpen. Neem de pop Suzie van de twee Joodse kinderen Inge en Peter Leers uit het Duitse Hamburg, die naar Rotterdam vluchtten. Peter laat de pop vertellen: 'Ik werd kameraad, mascotte, steun en toeverlaat. Ik heb alles gezien en meebeleefd, de angsten, de onzekerheid, de hoop, de geheime Radio Oranje, de kacheltjes waarop suikerbieten en bloembollen werden gekookt, de koffiemolen om graan te malen, de razzia's op mensen, het eten uit de gaarkeuken waaraan Peter haast stierf.'
Bron: ND