Klara Freia Oudkerk was de oudste van de drie kinderen van Ludovicus Oudkerk en Elsje Oudkerk en werd op 13 April 1904 geboren in Antwerpen en waar zij hebben gewoond, maar op enig moment zijn zij ook nog verhuisd naar het zuidelijker gelegen Sint Denijs, waar Klara’s jongste broer Benjamin Roeland in Februari 1913 werd geboren.
Na Op 27 Mei 1919, toen zij 15 jaar oud was, kwam Klara Freia met haar ouders, broers Hermanus Ludovicus en Benjamin Roeland vanuit het Belgische Sint Denijs naar Amsterdam waar een woning werd betrokken in de 1e Boerhaavestraat 10 huis. Klara Freia verbleef dan nog kort bij familie in Den Helder maar op 15 Juli 1920 was zij weer terug in Amsterdam.
Klara Freia Oudkerk trouwde op 17 Febuari 1932 in Amsterdam met Samuel Vorst die daar geboren was op 26 Maart 1905 op de Rechtboomsloot 30 als zoon van Joseph Vorst en Mietje Leger. Echter vanaf 1926 woonde Samuel met zijn ouders, broers en zussen op de Gelderschekader 63 II en zij verhuisden in Mei 1932 naar de 2e Boerhaavestraat 65 huis.
Klara woonde vanaf Juli 1920 thuis bij haar ouders in de 1e Boerhaavestraat 10 huis maar nadat het huwelijk van Klara en Samuel in Febuari 1932 gesloten was, betrokken zij zelf een woning in de Pythagorasstraat 87 bovenhuis in Amsterdam-Oost, waar op 27 December 1936 hun zoon Joseph Lodewijk Vorst werd geboren.
Samuel Vorst was godsdienstleraar en onderwijzer in het bijzonder onderwijs. Uit de latere registratie bij de Joodse Raad blijkt dat hij onderwijzer op een school in de 2e Boerhaavestraat was. En vanuit de vermelding “beroep” op de gezinskaart uit Amsterdam is gebleken dat Klara Freia in 1932 eveneens als onderwijzeres te boek stond. Samuel Vorst was tevens voorzanger in de synagoge van het N.I.Z. het Nederlands Israelitisch Ziekenhuis.
Op 6 Juni 1940 verhuisde het gezin Vorst van de Pythagorasstraat naar de Sarphatistraat 107 1e etage. Die straatnaam werd in 1942 door de Duitsers verboden en omgedoopt in Muiderschans. Tijdens de verplichte registratie van alle Joden in Nederland, werd het gezin Vorst derhalve geregistreerd op het adres Muiderschans 107 1e etage in Amsterdam.
Samuel Vorst was voorlopig vrijgesteld van deportatie wegens zijn functies, waardoor ook Klara en zijn zoon Jozef Lodewijk “gesperrt” waren. Maar in de nacht van 18 op 19 September 1942 werden Samuel, Klara Freia en zoon Joseph Lodewijk alsnog via de Hollandsche Schouwburg afgevoerd naar het Centraal station Amsterdam en vandaar per trein afgevoerd naar Westerbork. En twee dagen later, op 21 September werd het gezin Vorst-Oudkerk, samen met nog 710 andere slachtoffers, op transport gesteld naar Auschwitz.
Bij aankomst op 24 September 1942 op de “Rampe” van Auschwitz werden de vrouwen en kinderen gescheiden van de mannen tussen 15 en 50 jaar, waarvan een aantal geselecteerd werd om in Auschwitz of één van de onder-kommando’s te worden tewerkgesteld. Alle anderen werden daarna direct afgevoerd naar de gaskamers van Auschwitz-Birkenau om daar te worden vermoord. Dit was ook het lot van de 38-jarige Klara Freia Vorst-Oudkerk en haar 5-jarige zoon Joseph Lodewijk Vorst.
Echter Samuel Vorst blijkt bij aankomst in Auschwitz behoord te hebben tot de groep van ± 128 mannen tussen 15 en 50 jaar, die alsnog tewerkgesteld werden, echter het is onbekend waar Samuel toen terechtgekomen is. Ook blijkt de precieze datum van zijn overlijden onbekend.
Na de oorlog heeft het Nederlandse Rode Kruis onderzoek gedaan naar de gevolgen van de deportaties en de tewerkstellingen in de werkkampen in o.a. Silezië en heeft kunnen vaststellen dat op 1 Poolse overlevende van het transport van 21 September 1942 na, van géén van de andere mannen van dit transport na Januari 1943 ooit meer iets is vernomen.
De Nederlandse autoriteiten hebben die conclusie overgenomen en vervolgens heeft het Ministerie van Justitie opdracht gegeven aan de Gemeente Amsterdam, om voor Samuel Vorst een akte van overlijden op te maken, waarin is vastgelegd, dat hij op 31 Januari 1943 in Auschwitz is overleden.
Toen later gedeelten van de administratie van Auschwitz werden gevonden, waaronder de z.g. “Sterbebücher”, (dodenboeken), is daaruit gebleken dat Samuel Vorst reeds op 9 October 1942 in Auschwitz werd vermoord. Echter het Joods Monument publiceert alléén de door het Ministerie van Justitie vastgestelde juridische overlijdensdatum op de website. (zie ook "De afwijkende overlijdensdatum van Samuel Vorst")
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Ludovicus Oudkerk, Joseph Vorst en Samuel Vorst; archiefkaarten van Samuel Vorst, Klara Freia Oudkerk en Joseph Lodewijk Vorst; Amsterdamse woningkaarten/ Geldersekade 65 met Joseph Vorst en Pythagorasstraat 87 met Samuel Vorst; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Samuel Vorst, Klara Freia Vorst-Oudkerk en Joseph Lodewijk Vorst; het archief van het Rode Kruis, transportlijst van 18 op 19 September 1942 Amsterdam->Westerbork met het gezin Vorst; de Rode Kruis publicatie “Auschwitz III" uit October 1952, deportatietransporten tijdens de Coselperiode/transport 21 September 1942; Archief Amsterdam, overlijdensaktes 403 en 568 voor Klara Freia Oudkerk en Joseph Lodewijk Vorst uit de A-registers A54-folio 69 en A54-folio 96verso en akte 569 voor Samuel Vorst uit register A54-folio 96verso, opgemaakt te Amsterdam op 13 October 1950; website Museum en Memorial Auschwitz-Birkenau/Auschwitz Prisoners/Samuel Vorst en de Wikipedia website Jodenstransporten vanuit Nederland.nl/21 September 1942.