Verhaal

In Memoriam II

1922-1932

Justus zit ook in de lokale politiek. Hij wordt ten minste tweemaal benoemd tot plaatsvervangend lid voor een van de stembureaus. De benoeming vindt in ieder geval plaats in 1922 en het betreft telkens een aanstelling voor de duur van vier jaar. Justus is aaneengesloten lid.

Bension Levie Hes (1891-1943) zit ook in de lokale politiek, samen staan Justus en Bension enkele keren op de kieslijst voor de Liberale Staatspartij ‘de Vrijheidsbond’ (LSP) - lijst 3. De eerste vermelding die is teruggevonden, stamt uit 1923. In dat jaar adverteert de ‘Vrijheidsbond’ met de stelling dat alle Apeldoornse politieke partijen voorstander zeggen te zijn van belastingverlaging, maar dat niemand van hen het voorstel van de LSP steunde om de ‘hoofdelijke omslag’ te verlagen. De advertentie wordt gepubliceerd in twee verschillende uitvoeringen op dezelfde pagina van de Nieuwe Apeldoornsche Courant. In ieder geval in 1927 wordt Justus door onder meer het Algemeen Handelsblad genoemd als kandidaat bij de Provinciale Statenverkiezing.

In 1926 is Justus betrokken bij de oprichting van de lokale afdeling van de ‘Nederlandse Vereniging Israël - Tot steun aan noodlijdende Joden in het buitenland’. Twee van de mede-initiatiefnemers zijn Freerk Hoogstraal en Jacob Samuel Wijler (1884-1943). Het comité zoekt donateurs, maar heeft ook het plan om lezingen te organiseren en op die manier inkomsten te genereren. De voorzitter van de Apeldoornsche Joodsche Tooneelvereeniging zegt benefietvoorstellingen toe. 

Justus’ vrouw Lina is eveneens maatschappelijk actief; zo zet zij zich vanaf de oprichtingsvergadering eind 1926 in voor ‘Lesammeiag Hajeled’ (‘Tot verblijding van het kind’). Deze vereniging groeit uit tot een organisatie die zich inzet voor het coördineren van voogdij voor zowel moeilijk opvoedbare als verstandelijk beperkte Joodse kinderen. Hierbij gaat het niet alleen om voogdij voor intramurale pupillen, maar ook om het zoeken naar pleeggezinnen (‘gezinsverpleging’) binnen en buiten Apeldoorn. De vereniging plaatst hiervoor advertenties, maar benadert ook echtparen persoonlijk. Daarnaast organiseert de vereniging uitstapjes voor de kinderen, zoals met autobussen een rondrit maken over de Veluwe of naar Texel.

Omdat de financiële middelen van de vereniging beperkt zijn, moet er veel onderhandeld worden met de ambtelijke en religieuze gemeenten waar deze kinderen vandaan komen. In januari 1933 wordt een ludieke verloting bedacht van twee gouden horloges, een heren- en een dameshorloge. Gedurende drie maanden kunnen mensen voor tien cent per stuk een lot kopen, waarop een tijdstip staat. Na deze periode zal een notaris de twee horloges, met gesloten ogen, op een tijdstip draaien, opwinden, en beide vervolgens verzegeld verpakken. Op de datum van de trekking van de loterij wordt het tijdstip afgelezen, waarop de horloges zijn blijven stilstaan. De eigenaar van een lot met dat bewuste tijdstip is de winnaar van een horloge.

Andere leden van de vereniging van het eerste uur zijn onder meer Helena van Witsen-Hes (1866-1943) en Alagonda Lobstein-van Rijn (1883-1945).

Justus en Lina zijn in december 1930 aanwezig bij de opening van een nieuw vrouwenpaviljoen binnen het Apeldoornsche Bosch. Ook Susanna van Son-Trijbits (1888-1943) en Betje Hoogstraal-de Bruin (1872-1943) zijn hierbij aanwezig.

In 1931 wordt Justus herkozen als bestuurslid van de Joodse geloofsgemeenschap. Dit is ook het moment om onderling taken te verdelen, zoals het vice-voorzitterschap. Justus is van mening dat dit via een stemming moet geschieden, Philip van Praag (1870-1940) vindt van niet. De keuze valt op het voorstel van Justus. De stemming wijst Justus aan als vice-voorzitter.

In 1932 wordt de synagoge aan de Paslaan feestelijk heringewijd; het gebedshuis is uitgebreid en bovendien viert de geloofsgemeenschap het veertigjarig jubileum van de sjoel. Veel gemeenteleden geven een cadeau, Justus overhandigd samen met Asser de Jong (1878-1942) enkele aankondigingsborden.