Meijer Salomons, die geboren was op 25 December 1863 in Amsterdam, was een zoon van Mechiel Salomons (1828-1911) en Ester Abraham Susan (1826-1900). Hij was de jóngste van de vijf; zijn broers en zussen waren Fransje uit 1853, Simon uit 1855, Abraham uit 1858 en Betje uit 1861, die echter al 6 maanden later in 1862 overleed.
Meijer was diamantslijper van beroep en handelde ook in diamanten. Op 21-jarige leeftijd trouwde hij in Amsterdam op 25 November 1885 met de 19-jarige Bloeme de Paauw, die daar op 19 Augustus 1866 werd geboren als een dochter van Philip Samuel de Paauw en Sarline Bouteljé.
Het paar kreeg dertien kinderen; de jongste zes kinderen, t.w. Frederica, Louis, Alex, Helena, Henriette en Caroling werden in Hilversum geboren. De oudste zeven kinderen, t.w. Machiel, Serlina, Philip, Simon, Samuel, Esther en Abraham, in Amsterdam.
Nadat het huwelijk in 1885 was gesloten woonden zij in de Swammerdamstraat, verhuisden in 1897 naar Hilversum, waar zij tot in 1909 in de Langestraat 35 hebben gewoond. Na terugkomst in Amsterdam in 1909 kwamen zijn terecht op de Overtoom 447 en vanaf Juli 1928 betrok het gezin een woning in de Ruyschstraat 13. Vervolgens, vanaf 16 April 1931 in de Hunzestraat 11 1e etage in de Amsterdamse Rivierenbuurt.
Tijdens de oorlog wezen de Duitsers vier gebieden in Amsterdam aan, die als “Judenviertel” moesten fungeren, de Transvaalbuurt, de Rivierenbuurt, Asterdorp en de oude Jodenbuurt in het Centrum. Men moest verplicht verhuizen naar één van die wijken en vanaf 20 November 1942 woonden Meijer, Bloeme en hun jongste dochters Henriette en Carolina op het Afrikanerplein 27 1e etage in de Transvaalbuurt in Amsterdam-Oost.
Meijer Salomons werd in 1941 na verplicht te zijn geregistreerd zoals alle Joden in Nederland, aangesteld door de Joodse Raad als pastoraal medewerker bij de Algemene Dienst. Daardoor waren hij, zijn vrouw en de nog thuiswonende kinderen Henriette en Carolina, voorlopig vrijgesteld van deportatie (“gesperrt bis auf weiteres”).
Van hun kinderen hebben alléén de oudste, Machiel (1-12-1887) en de jongste, Carolina (26-4-1907) de Holocaust hebben overleefd. Alle andere elf kinderen van Meijer en Bloeme – bijna allen met hun gezinnen - zijn tijdens de Sjoa in de jaren 1943, 1944 vermoord maar enkelen zijn ook nog in begin 1945 om het leven gekomen.
In tegenstelling tot Meijer zelf, die op 13 October 1943 in Amsterdam overleed, overleefde zijn vrouw de Holocaust en werd uiteindelijk 100 jaar oud. Zij stierf de dag ná haar geboortedag, op 20 Augustus 1966 in Amsterdam. Het is niet bekend waar Bloeme de Paauw is begraven. Meijer Salomons werd op 17 October 1943 op Muiderberg begraven.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten Meijer Salomons, archiefkaarten Meijer Salomons en Bloeme de Paauw; Bevolkingsregister Amsterdam/Meijer Salomons/bevolkingsregisters geannexeerde gemeenten; Woningkaarten Amsterdam/Overtoom 447 en Hunzestraat 11; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Meijer Salomons en Bloeme Salomons-de Paauw; website Joods Amsterdam/Judenviertel en Transvaalbuurt en de website stenenarchief.nl/record 35735/graf Meijer Salomons.