Biografie

Over Samuel Salomons, zijn vrouw Bertha van Polen en hun kinderen Elkan en Rebecca Salomons.

(zijn vrouw en kinderen overleefden de Sjoa).

Samuel Salomons was een zoon van Meijer Salomons en Bloeme de Paauw. Hij werd op 6 Juli 1893 geboren in Amsterdam maar vanaf 1897 verhuisde hij met zijn ouders broers en zussen naar de Langestraat 35 in Hilversum. In 1909 kwam de familie Salomons terug uit Hilversum en betrokken toen een woning op de Hogeweg 70 in Watergraafsmeer. Samuel werkte als diamantslijper en diamantzager, maar later als kantoorbediende .

Vanaf zijn leerlingenkaart van de ANDB is af te leiden dat behalve  Samuel, ook zijn broers Simon, Philip en Abraham werden opgeleid in het diamant vak.  Samuel werd op 18 Juli 1910 toegelaten in de fabriek van Coster, waar hij door leermeester I. Winnik werd opgeleid in het roosjesslijpen. Op 23 December 1912 eindigde zijn leertijd en werd hij lid van ANDB.

Op 9 Juni 1926 trouwde Samuel Salomons in Amsterdam met Bertha van Polen, een dochter van Elkan Israel van Polen en Rebecca Wins. Bertha was geboren in Amsterdam op 30 December 1903. Zij woonden na hun huwelijkssluiting op de Weesperzijde 86 bel étage/hoek Gijsbrecht van Amstelstraat. Daar werden hun beide kinderen geboren: Elkan op 26 Maart 1927 en Rebecca op 23 November 1929. Het gezin verhuisde op 30 September 1932 naar de Biesboschstraat 24 III in Amsterdam-Zuid en op 23 Mei 1935 naar de Niersstraat 56 huis.

Echter op 4 Augustus 1943 werden zij verplicht nogmaals te verhuizen naar de Transvaalbuurt in Amsterdam-Oost, waar zij terechtkwamen in de Vaalrivierstraat 4 1e etage. (scroll naar paragraaf "Berooid" uit Ons Amsterdam). Niet alleen Joodse inwoners van andere steden , maar ook Joden uit Amsterdam werden gedwongen te verhuizen. Uit de interne informatie van de Joodse Raad al van 13 november 1942 blijkt dat “de autoriteiten in het vervolg ongeveer 10 families per dag aanzegden, die met hun meubelen naar de Transvaalbuurt moeten verhuizen. Het betreft hier voornamelijk families, woonachtig in de Rivierenbuurt in plan Zuid.”

Samuel Salomons werd bij zijn registratie bij de Joodse Raad “gesperrt wegens diamant”, waarmee ook zijn gezinsleden voorlopig vrijgesteld werden van deportatie cq “Arbeitseinsatz”. Door hun vrijstellings-stempel, wat gelegen lag tussen de 80000 en 100000 (86115 e.v), behoorden zij tot de allerlaatste Joden die gelijk met het opheffen van de Joodse Raad, eind September 1943, werden opgepakt en afgevoerd werden naar Westerbork. De Samuel Salomons familie kwam toen op 29 September 1943 in Westerbork terecht in strafbarak 66.

Op 15 Februari 1944 werd de diamantbewerker Samuel Salomons met zijn vrouw Bertha van Polen en zijn kinderen Elkan en Rebecca  op transport gesteld naar Bergen Belsen.  Daar hadden hadden de diamantairs aanvankelijk nog een bevoorrechte status. Zij woonden met familie in een eigen barak en om hun handen niet te beschadigen hoefden ze, in afwachting van diamant-bewerking, niet te werken.

Oorspronkelijk zou de diamantbewerking in kamp Vught plaats vinden. Toen voor een bewerking in Bergen-Belsen besloten werd, zijn daar vanaf Maart tot September 1944 de overgebleven diamantairs naartoe gestuurd. Maar begin December 1944 was het echter ook dáár voorbij; de diamantbewerking was ook in Bergen Belsen niets geworden.  (Bron: De Diamantkinderen, een boek en een tentoonstelling door Jan van Ommen).

Op 4 December 1944 moesten de mannen naar Sachsenhausen en de vrouwen en kinderen naar Beendorf. Samuel Salomons behoorde niet tot de genoemde groep mannen maar bleef achter in Bergen Belsen, waar hij op 23 Maart 1945 door de ontberingen is omgekomen.

Zijn vrouw Bertha van Polen, als ook zijn zoon Elkan en dochter Rebecca hebben de verschrikkingen van Bergen Belsen overleefd. Volgens na-oorlogse aantekeningen op hun registratiekaarten van de Joodse Raad zijn zij op 6 Mei 1945 bevrijd in Hillersleben (Duitsland) en daarna terug kunnen keren naar Amsterdam, waar zij op 7 Juni 1945 zijn aangekomen en ondergebracht werden in de Halmaheirastraat 57. Half Augustus 1945  verbleven zij in de Niersstraat, nu op huisnummer 54 en in November 1945 in de Stalinlaan 50 1e etage.

Bertha van Polen, weduwe geworden van Samuel Salomons, hertrouwde in Amsterdam op 30 April 1947 met de op 29 Maart 1947 van Alida Davidson gescheiden Salomon Moscow, een zoon van de in Londen geboren Joseph Moscow en Rachel Porten. Uit het eerste huwelijk van Salomon Moscow werden twee dochters geboren: Renée Mary en Mary Renée die beiden ook de oorlog hebben overleefd.

Salomon Moscow is samen met zijn 2e echtgenote Bertha van Polen op 30 December 1950 geëmigreerd naar New York. Voor zover bekend zijn Bertha’s kinderen  Elkan en Rebecca Salomons met hun moeder en stiefvader meegegaan naar de U.S.A.    

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Meijer Salomons (1863) en Samuel Salomons (1893); archiefkaarten van Samuel Salomons en Bertha van Polen en Salomon Moscow; de leerlingkaart ANDB van Samuel Salomons;  het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Samuel Salomons, Bertha Salomons-van Polen, Elkan Salomons en Rebecca Salomons; Bevolkingsregister geannexeerde gemeentes van Amsterdam/familie Meijer Salomons en familie Elkan Israel van Polen; woningkaart van Amsterdam/Weesperzijde 86 met Samuel Salomons; website jodentransporten vanuit Nederland.nl; “Ondergang” deel 2 door Dr. J. Presser, uitgegeven 1965 blz. 223 t/m 227 “Diamant-Juden” en website Diamantkinderen/: diamant in Bergen Belsen.

Alle rechten voorbehouden