Biografie

Het lot van de familie van Mozes de Hes.

De familie bestaande uit: Mozes de Hes en zijn vrouw Alida van Berg, hun zoon Abraham de Hes en zijn vrouw Marianne Soester en de ongehuwde zoon Benjamin de Hes. Twee kinderen overleefden de Sjoa, t.w. Max en Betsy, die beiden resp. in 1994 en 2001 in San Francisco overleden.

MOZES DE HES was een zoon van Abraham Mozes de Hes en Betty Beuth en werd op 3 September 1864 geboren in Hoogeveen. Mozes de Hes werd godsdienstonderwijzer, trouwde op 17 Juni 1898  in Gorredijk, 33 jaar oud, met ALIDA VAN BERG, oud 25 jaar, dochter van Benjamin van Berg en Griete Meijers Schaap.

Het echtpaar De Hes-van Berg kreeg vijf kinderen, allen geboren te Gorredijk, t.w. Abraham op 25 Mei 1899, Margretha op 13 September 1900, die echter al na 7 maanden op 18 April 1901 overleed. Vervolgens  Benjamin op 23 Februari 1902, Max op 27 Juni 1905 en als laatste Betsy op 17 April 1910. Max en Betsy hebben de oorlog overleefd; zij zijn beiden in San Francisco (USA) overleden, Max op 14 Juni 1994 en Betsy op 26 October 2001.

Als godsdienstonderwijzer heeft Mozes de Hes gewerkt en gewoond in Doetinchem, Smilde, Roermond, Gorredijk (23 jaar lang) en Vlissingen, waarna hij in 1926 met zijn gezin naar Bergen op Zoom vertrok. Daar werd hij benoemd tot godsdienstonderwijzer en voorzanger van de Joodse Gemeente. Toen hij 70 jaar oud was in 1934 werd hij daar vereerd met een Koninklijke onderscheiding. 

Op 21 Mei 1942 werd de familie De Hes verplicht te verhuizen naar Amsterdam en Mozes kwam toen met zijn vrouw Alida  per 21 Mei 1942 te wonen in de Reggestraat 5 2e etage in de Rivierenbuurt van Amsterdam-Zuid. Op dat adres kwam per 12 October 1942 ook hun zoon Abraham de Hes met zijn vrouw Marianne Soester wonen en in datzelfde jaar 1942, op 14 November, verhuisde ook hun zoon Benjamin, die al vanaf Augustus 1938 in de Rivierenbuurt woonde, van de Schipbeekstraat 19 2e etage naar de Kribbestraat 27 1e etage.

MOZES DE HES EN ZIJN VROUW ALIDA VAN BERG werden op 30 September 1942 in kamp Westerbork binnengebracht en 2 October met meer dan 1000 andere gedeporteerden op transport gesteld naar Auschwitz. In Cosel, ± 80 km westelijk van Auschwitz, werden 160 mannen tussen 15 en 50 jaar gedwongen de trein te verlaten om in omliggende werkkampen te worden tewerkgesteld.  Mozes en Alida werden met de overige slachtoffers doorgestuurd naar Auschwitz en bij aankomst op 5 October 1942 direct in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.

Hun zoon ABRAHAM DE HES , die op 12 October 1939 in Amsterdam gehuwd was met de op 23 Juni 1908 in Amsterdam geboren dochter van Meijer Soester en Lea de Vries, MARIANNE SOESTER, werd samen met zijn vrouw eveneens op 30 September 1942 in Westerbork binnengebracht. Abraham en Marianne, die geen kinderen hadden, werden beiden op 5 October 1942 op transport gesteld naar Auschwitz.

In Cosel moesten 550 mannen de trein verlaten; zij werden als dwangarbeiders ingezet in de omringende werkkampen van Silezië. Abraham de Hes behoorde daarbij maar zijn vrouw Marianne Soester bleef achter in de trein, werd verder naar Auschwitz vervoerd waar zij bij aankomst op 8 October 1942 door vergassing werd vermoord. 

Waar Abraham uiteindelijk terecht is gekomen en onder welke omstandigheden hij zijn leven heeft verloren is niet bekend. Mede dank zij het naoorlogs onderzoek van het Rode Kruis hebben de Nederlandse Autoriteiten vastgesteld dat Abraham de Hes op 31 Augustus 1943 in Midden-Europa is overleden. (Lees ook "Méér over het transport van Westerbork -> Auschwitz van 5 October 1942").

Hun zoon BENJAMIN DE HES uit 1902, die ongehuwd was en als bloemist in zijn onderhoud voorzag, werd op 18 Juli 1942 voor de z.g. “Arbeitseinsatz” opgeroepen maar werd op 20 Juli door de Joodse Raad nog kortstondig “Zurückgestelt” van deportatie. Maar al weer op 24 Juli 1942 werd hij op transport gesteld naar Auschwitz. Dat transport met 1000 gedeporteerden arriveerde daar ca 27 Juli, waarop Benjamin daar werd tewerkgesteld, echter onbekend waar en wanneer hij daar om het leven kwam. 

Uit de overgebleven “Sterbebücher” van Auschwitz, de  Dodenboeken c.q. overlijdens indexen, is een aantal jaren geleden gebleken, dat Benjamin de Hes daar op 3 September 1942 werd vermoord. Dat was na de oorlog niet bekend bij de Nederlandse Autoriteiten die – mede op basis van naoorlogs onderzoek door het Rode Kruis naar de Duitse  concentratie- en werkkampen, op 18 December 1952 opdracht heeft gegeven aan de Gemeente Amsterdam om voor Benjamin de Hes een akte van overlijden op te maken, waarin is vermeld dat hij moet zijn overleden ná 19 Augustus 1942, doch uiterlijk in de loop van September 1942.

Bronnen o.a. het Stadsarchief van Amsterdam, gezinskaarten van Abraham de Hes; archiefkaarten van Mozes de Hes, Alida van Berg, Abraham de Hes, Marianne Soester, en Benjamin de Hes; Amsterdamse woningkaart Weesperstraat 11 1e etage; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Mozes de Hes, Alida de Hes-van Berg, Abraham de Hes, Marianne de Hes-Soester en Benjamin de Hes; website Museum and Memorial Auschwitz-Birkenau/Auschwitz Prisoners Benjamin de Hes; het archief van het Rode Kruis, Publicatie “Auschwitz III” de Cosel periode, uitgegeven October 1942//transport 5 October 1942 en de akte van overlijden nr. 21 van 18 December 1952 uit register 3, folio 9, 9verso en folio 10 opgemaakt te Amsterdam voor Mozes de Hes en Alida van Berg, voor Benjamin de Hes en voor Abraham de Hes en Marianne Soester.

Alle rechten voorbehouden