Biografie

Over Abraham Bloemendal, zijn vrouw Henriette Rosa Gersons en hun dochter Josephine.

Abraham Bloemendal was de jongste van de acht kinderen van Joseph Bloemendal (Smilde 1844-Amsterdam 1925) en Henriëtte Polak (Smilde 1846-Amsterdam 1918). Hij trouwde op 28 Mei 1923 in Tilburg met Henriette Rosa Gersons, een dochter van de Tilburgse slager Hartog Gersons en Catharina Jacoba Salomon. Zij werd geboren in Tilburg op 4 Juni 1896.

Abraham Bloemendal bewoonde samen met zijn broers Maurits en Emanuel woonruimte in het onderhuis bij Isaak Wijnberg in de Plantage Franschelaan 32 in Amsterdam, (sinds November 1945 hernoemd in Henri Polaklaan), maar nadat het huwelijk van Abraham en Henriette Rosa was gesloten betrok het echtpaar Bloemendal op 9 Juni 1923 een woning in de Ruyschstraat 21 bovenhuis in Amsterdam-Oost. Daar werd op 9 April 1927 hun dochter Josephine geboren.

Kort daarop, in Augustus 1927 verhuisde het gezin naar de Karel du Jardinstraat en vanaf Juli 1930 woonden zij in de Burmanstraat, nabij de Wibautstraat in Amsterdam-Oost op nummer 30 en vanaf 1937 op nummer 11. Abraham verdiende zijn brood als handelsreiziger, maar later runde hij een groothandel in papier.

Op 11 Mei 1943 werden Abraham Bloemendal en zijn vrouw en dochter binnengebracht in Westerbork, waar zij terechtkwamen in barak 61. Diezelfde dag werd er voor Abraham Bloemendal al bemiddeld, wat neerkwam op een verzoek tot uitstel van deportatie. Uit een verslag van aannemer en metslaar Hendrik Adriaan Koekkoek uit de Blasiusstraat 4, wat werd meegestuurd met genoemd verzoek, zou blijken dat Abraham Bloemendal voor Koekkoek als timmerman heeft gewerkt.

Het antwoord kwam al op 14 Mei en luidde: “op gronden in exposé is niets te bereiken, hier briefje voor A. Bloemendal”, wat er op neer kwam dat Abraham en zijn gezin nu alleen nog deportatie wachtte. Die volgde op 18 Mei naar Sobibor, waar bij aankomst nog wel enige tientallen personen uitgezocht werden voor werk in Sobibor en in het district Lublin. Van zestien personen werden vanuit Sobibor levenstekens ontvangen, vanuit Dorohucza drie en uit Silezië één. Niemand van dit transport heeft de oorlog echter overleefd.

Na de oorlog is dan ook vast gesteld, dat Abraham Bloemendal, zijn vrouw Henriette Rosa Gersons en dochter Josephine Bloemendal op 21 Juni 1943 na aankomst in Sobibor direct in de gaskamers werden vermoord.

Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten Abraham Bloemendal en Joseph Bloemendal; overlijdensakte voor Joseph Bloemendal/ 4103 d.d 5 Aug 1925; website stenen archive/record 31206 voor Henriette Bloemendal-Polak; Amsterdam archiefkaarten Abraham Bloemendal, Henriette Rosa Gersons, Josephine Bloemendal; Woningkaarten Amsterdam/ Swammerdamstraat 11 en Plantage Franschelaan 32 (Henri Polaklaan); website Drents Archief 2001.27/bevolkingsregisters Smilde/Abraham Bloemendal (en zijn familie); het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Abraham Bloemendal, Henriëtte Rosa Bloemendal-Gersons en Josephine Bloemendal; “Vernietingskamp Sobibor, 2e druk 1994 door Jules Schelvis/ transportlijst 18 Mei 1943 blz. 407-423 en de Wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl/transport 18 Mei 1943 - 2511 personen.

Alle rechten voorbehouden